meen was begonnen en de Drina-divisie zich te haren behoeve
geheel in gevecht had begeven, had zij ten minste na het
terugslaan van den eersten Bulgaarschen aanval dadelijk den
Meka Krew heuvel moeten bezetten om in de gelegenheid te
zijn, van daar uit door een krachtigen aanval in Z. richting de
Drina-divisie te steunen.
Zij liet zich echter door een veel zwakkere tegenpartij ge
heel overbluffen, bleef volkomen defensief en liet den aanval
der Drina-divisie kalm weg verbloeden.
Aan het einde van den gevechtsdag was de toestand der
Bulgaren ontzaglijk verbeterd. In den loop van den dag waren
versterkingen van Kustendil aangekomen, die ook voor een
deel hadden meegevochten, nl.
9 bataljons,
eskadron,
4 kanonnen.
Bovendien kwamen 's avonds de eerste troepen uit Oost
Rumelië aan, t. w. 3 bataljons en
3 eskadrons.
De Bulgaren telden nu: 23000 man Infanterie,
800 ruiters,
40 kanonnen.
Bovendien kwam in Sofja een vrijkorps aan onder kapitein
Panitza, waarvan de sterkte wordt opgegeven te zijn 600
k 3000 man. Men noemde het de „Roover-brigade"vorst
Alexander wilde dit korps dan ook niet met zijn leger in
aanraking brengen, en zond het via den Gintzi pas naar flank
en rug van het Servische leger.
Wordt vervolgd).
Merens.
230
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT