len de le. soort, d.w.z. dat ze theoretisch volmaakter en
practisch nog onbruikbaarder zijn dan die der le. soort.
Ad. 3e. De toestellen van de 3e. soort berusten op een
geheel ander beginsel.
Tot nu toe is er, voorzoover de commissie bekend, slechts
éen drgl. toestelletje bedacht, n.l. door den len luitenant
J. J. Hiel (beleefd wordt verwezen naar diens vlugschrift, de
juist-snelle aanslag
In de kolfplaat is een knop aangebracht, die bij het in den
schouder plaatsen wordt ingedrukt, waardoor het doordrukken
van den trekker eerst mogelijk wordt.
De uitvinder stelt zich uitsluitend voor te beletten dat
schoten worden afgegeven uit geweren, die niet eens aan den
schouder worden gebracht. Een in- of uitschakelen van het
toestel is dus niet noodig, zoodat geen beroep wordt gedaan
op overleg van den schutter. Dit toestel gelijkt uit den
aard der zaak het meest op die der le. soort, het geeft echter
nimmer eenige zekerheid, op welken afstand dan ook, dat
het geweer niet wordt afgeschoten onder een te groote hel
ling. Hiertegenover staat echter, dat het ook niet de na-
deelen heeft van de toestellen der le. soort onder le. en 2e. op
blz. 240. Het onder 3e. genoemde bezwaar blijft echter bestaan.
Men kan van dit toestelaannemende dat het op zich zelf
practisch bruikbaar zal zijnverwachten, dat het in vredes
tijd niet nadeelig zal werken op den drang naar een goede be
oefening van den juist-snellen aanslag.
De mogelijkheid, dat door een dergelijk toestel krachtig bij den
soldaat kan worden aangestuurd op het doen voelen van de nood
zakelijkheid, dat minstens de kolf in den schouder moet gebracht
wordenis niet uitgesloten.
De commissie heeft dit toestel noch in natura, noch in
teekening gezien, zoodat zij elk oordeel daaromtrent dient op
te schorten.
Afgescheiden van de eigenlijke bedoeling van de onderwer-
pelijke toestellen, worden door de uitvinders of beoordeelaars
nog op de navolgende voordeelen gewezen.
244
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
Uitgever: A. Mulder Nijmegen.
J. J. R.