Boe moeten mij met modern geschut bij de bereden artillerie schieten, Damoord, Het is niet te verwonderen, dat ik, na verschijning van de artikels in de beide voorgaande afleveringen, enkele op- en aan merkingen heb moeten aanhooren. De studie is door mij ultimo 1909 aan de redactie van het I. M. T. aangeboden, dus ruim een jaar geleden, en dat een en ander in dien tusschentijd weder gewijzigd is, is natuurlijk, zou ik haast zeggen, men denke slechts aan de vele wijzigingsblaadjes in onze reglementen, en in het buitenland is het tout comme chez nous, bovendien is de mo derne Artillerie nog vrij jong, bezit zeer weinig ervaring, zoodat men hierover voorloopig nog wel niet het laatste woord gezegd zal hebben. Zoo bestaat volgens de Art. Monatsh. 1910 de fastver- deckte Stellung in Duitschlana niet meer, terwijl ook Frankrijk intusschen zijne reglementen gewijzigd heeft Wat verder de meeningsverschillen aangaat, ik vrees dat het I. M. T. hare bladzijden voor een debat wel niet zal beschik baar stellen, het zou dan ook te ver voeren om op alle details over en weer diep in te gaan. Naar aanleiding van particuliere correspondentie en enkele mondelinge discussies zou ik echter nog gaarne het volgende willen opmerken. In de eerste plaats de iDschietquaestie. „Wanneer de B. C. buiten de batterij staat, is, om het eeu- „wige „vraagteeken" tegenover een smal doel te vermijden, „het inschieten met 4 stukken, noodzakelijk. „Inschieten met één vuurmond is mooi achter de schrijf tafel, maar Batoe Djadjar heeft geleerd, dat met 4 stukken, „je ware is, en men hiermee ten slotte nog minder projec tielen verbruikt dan met 1 stuk. Dit heb ik meermalen moeten aanhooren, en ik ga hiermee ook accoord, maar (1) 8 Sept. 1910. Reglement provisoire de manoeuvre de l'Artillerie decampagne.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 264