De gedachte welke aan het tegenwoordige Art. vuur bij de Franschen ten grondslag ligt is de groote vuursnelheid te benutten om den tegenstander plotseling in een terreinstrook te overvallen, vast te grijpen, te verlammen (tir progressif), om hem daarna door vernauwing der grenzen te vernietigen (tir sur hausse unique, tir au com mandement). Dit Fransche massa-vuur sluit volkomen aan bij hun „Durchbrechungs- taktik". De Inf. moet zoo vlug mogelijk tot een beslissenden slag bij de tegenpartij gebracht worden, waarvoor haar een vermoeienden arbeid zooveel mogelijk bespaard moet worden. Om tot dit doel te geraken is voor hen het groote aantal benoodigde projectielen bijzaak. Wenschen wij nu ook een Durchbrechungstaktik" Het tir progressif is natuurlijk niet op munitieverspilling gebaseerd, maar m. i. is de verleiding zeer groot om daartoe te geraken, waar in een modern gevecht de tegenpartij het terrein tot in de kleinste bijzonderheden als dekking zal exploiteeren, zoodat het slagveld leeg schijnt. Waarom zouden wij dan niet liever het vuur in de hand houden P De Fransche schietregels zijn waarlijk zeer vernuftig in elkaar gezet, men raakt er door in extase, en dit schijnt mij het gevaar voor ons. Wanneer wij ons tot een defensief- offensief zullen moeten bepalen, zouden wij het wel eens heel lang moeten kunnen volhouden, en wat blijft ons te doen wanneer wij in den beginne te kwistig zijn geweest en later, als het er op aankomt, onze caissons leeg zijn Mr. Cornelis 25 Jan. 1911. F. L. H. Dessauvacue. Ie. Lt. Art. 250 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 266