êlSil Wielrijder5-„5frijder5", In ons Leger was eenige jaren geleden ook plaats voor een Compagnie wielrijders, zoogenaamde: „strijders". In het I.M.T. getuigen enkele artikelen o. a. van C. (een meerdaagsche oefe ning van de militaire wielrijders naar Midden Java) en van (een oefening van de militaire wielrijders) in hoeverre zoowel manschappen, als materiaal beantwoordden aan de eischen van bruikbaarheid in onze Indische terreinen, zelfs in de meest geaccidenteerde gedeelten van den Preanger, en dan nog soms onder allerminst gunstige omstandigheden. Bovenge noemde Compagnie werd in haar geheel naar Atjeh gedirigeerd en betrekkelijk korten tijd later opgeheven. Sedert werd een nieuwe „Afdeeling militaire wielrijders" opgericht te Weltevreden, met een maximum sterkte in vre destijd van honderd man. Deze Afdeeling heeft echter uit sluitend ten doel, het opleiden van ordonnansen, z. g. „bericht- rijders". De „strijders" van weleer hadden dus afgedaan; maarwaarom? In onze tijdschriften, ik herhaal, leest men niets dan goeds van de prestaties dier vroegere wielrijders! In het buiten land erkent men zonder uitzondering de practische bruikbaar heid, het overgroot nut van deze soort bereden infanterie! Het heeft waarschijnlijk zijn waarde, deze „alte Geschichte" wederom eens ter sprake te brengen en in ruimer kring op nieuw te doen overwegen. Zoo ooit, dan is nu wellicht het tijdstip daarvoor aangebroken, waar in het M. v. O. alhier, een groot aantal rijwielen (213) is gedeponeerd, waarvan een beter gebruik zeker wenschelijk zou zijn. Reeds herhaaldelijk is, door meer bevoegden, gewezen op het nut van z. g. strij- dersafdeelingen op een rijwiel, ook in verband met onze geringe cavaleriemacht; en het is vooral met het oog op de groote voordeelen, die een samengaan van het ruiterwapen met een eenheid wielrijdersstrijders met zich brengen, dat I. M T. 1911. 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 267