ik in grove trekken nog eens de wenschelijkheid wilde be-
toogen, van een in eere herstellen dier, met geweer of kara
bijn bewapende, wielrijders.
In de Journal des Sciences militaires van 1909 vindt men
onder den titel „La Compagnie Cycliste du 4e. bataillon de
Chasseurs aux manoeuvres d' automne du 20e. corps," een
alleszins lezenswaardig artikel daarover. De schrijver toont
ons daarin aan, hoe in de drie manoeuvredagen (van den 1 Oen.,
llen. en 12en. September 1907) bleek, dat zulk een wielrijders
strijders eenheid haar waarde ontleent aan de met groote
snelheid verplaatsbare vuurkracht. Doch tevens wordt er in
betoogd, hoe deze snelle verplaatsing en dus het werkelijk
voordeel alleen tot haar recht kan komen, indien een zekere
(niet te kleine) hoeveelheid cavalerie, de bewegingsvrijheid
en de meerdere veiligheid waarborgt.
Nemen we b. v. om de gedachten te bepalen, een compa
gnie wielrijders-strijders, die om haar opdracht te vervullen, zich
naar een bepaalde standplaats moet begeven, vóór, of geheel
buiten de veiligheidsstrook der eigen troepenmacht, dan kan
zij in haar eigen veiligheid niet of slechts gebrekkig voorzien
middels wielrijders. Het is. m, i. toch een afdoend bewezen
feit, dat de man op een rijwiel, zich te veel moet bezighouden
met zijn machine, den weg, de te overwinnen hindernissen,
(slechte, smalle paden, bruggen, tegenwind a. a.) dan dat
hij nog voldoende aandacht kan besteden aan het omliggen
de terrein. Niets is dan ook eenvoudiger dan een afdeeling
wielrijders te overvallen, te overrompelen of op een andere
wijze buiten gevecht te stellen, zelfs op groote wegen, waar
het rijden een bijna machinale beweging is geworden. Hier
is n. 1. de zeer zwakke zijde van deze wapensoort te zoeken.
Om daarin te voorzien, om dus het gebruik van haar kracht
(door snelle verplaatsing) mogelijk te maken en tot een ma
ximum op te voeren, behoeft een strijdersafdeeling een be
veiliging door cavalerie, die haar tijdig op de hoogte houdt
van de bewegingen des vijands.
Heeft nu zulk een eenheid strijders haar standplaats bereikt,
soms op aanzienlijken afstand van haar eigen troepenmacht,
dan nog blijft de haar toegevoegde cavalerie van onbetwist-
252
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT