Resumeerende komen bovenstaande beschouwingen dus
op het volgende neer.
De wielrijder is een middelmatig verkenner; hij beveiligt
noch zich zelf, noch anderen afdoende. Men verwachte van
een afdeeling geen vervulling van opdrachten buiten de vei
lige strook, tenzij haar een dekking van cavaleriepatrouilles
wordt- medegegeven. Vereenigd met het ruiterwapen vullen
zij elkaar aan en vormen een beteekenisvolle kracht in handen
van den opperbevelhebber. In dat geval geve men haar
dus belangrijke zelfstandige opdrachten, zelfs op grooten af
stand van de opstelling der eigen troepen.
Tenslotte nog een enkele opmerking, aangaande het gezegde,
dat ik wel eens vernam, n.l. dat de wielrijder niet in staat
zou zijn de cavalerie overal te volgen, waaruit dus ook zou
blijken, dat het verband tusschen de twee wapensoorten op
moeilijkheden zou stuiten.
Tijdens mijn verblijf bij de Afd. wielrijders bleek mij zoo
zeer het foutieve van dit begrip. Geoefende rijders vinden
vrijwel altijd een, voor hen, berijdbaren weg.
Alleen modder kan soms een hindernis zijnen dat het
in zoo'n geval nog bepaald erg vuil moet zijn, bewijst o.a.
een uitlating van een infie. officier, die zich met zijn troep,
door een afdeeling wielrijders gepasseerd zag: „die kerels
rijden toch maar overal; waar' ik nauwelijks mijn p..ten kan
zetten, fietsen ze je nog voorbijBovendien leiden nog vele
wegen naar Rome en kan langs een kleinen omweg, die geen
noemenswaard tijdverlies met zich brengt, vrijwel iedere
hindernis omtrokken worden. Ik meen dan ook eerder te
moeten vreezen voor groote vermoeidheid bij de paarden der ca
valerie, dan bij de menschen op het rijwiel, indien beide samen
gaan. Op zelfs zeer middelmatige wegen of paden is een snelheid
van 15 K.M. per uur niet vermoeiend en voor een wielrijder
zelfs geruimen tijd vol te houden. Op goede wegen zal, ook
over langere afstanden, de snelheid beslist veel grooter kunnen
zijn, vooral ook omdat wij in Indië slechts bij uitzondering
met noemenswaardigen tegenwind te kampen hebben.
Daarentegen is een snelheid van zelfs maar 10 K.M. per
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
255