c. de opperarmgriffelbeenspier [fig. 2, c], die onmiddellijk aan de achtervlakte van het spaakbeen verloopt, aan het op perarmbeen ontspringt en zich vasthecht aan het hoofdje van het binnenste griffelbeen d. de kroonbeenbuiger [fig. 3] ligt tusschen a en b in; ont springt aan het armbeen en gaat nabij de voorknie in een breede, platte pees over, waarbij nog een versterkingspees, aan het spaakbeen ontspringende, wordt opgenomen. De pees verloopt, met die van e. gezamenlijk over de gladde achter vlakte der sesambeenderen en splitst zich vervolgens in twee takken, die zich vasthechten aan het kroonbeen e. de hoefbeenbuiger [fig. 4, ejis de diepstgelegen spier, ontspringt deels aan het opperarmbeen, deels aan den elle boogsknobbel, deels aan de achtervlakte van het spraakbeen. Van af de voorknie vormen deze deelen één gemeenschappe lijke pees, die onmiddellijk vóór de pees van d. verloopt en een versterkingstak ontvangt van de achtervlakte van de voorknie. Aan de achtervlakte van het kootbeen treedt de pees tusschen de splitsingstakken van d. en hecht zich ten slotte vast san de ondervlakte van het hoefbeen. f. de kootbeenbuiger [fig 4, ligt onmiddellijk aan de achtervlakte van het pijpbeen en bestaat nagenoeg alleen uit peesweefsel. Hij ontspringt aan de achtervlakte van de voor knie en het bovenste deel van het pijpbeen, en splitst zich in twee takken, die naar de beide sesambeenderen verloopen. Bovendien verloopt van ieder dezer takken nog een gedeelte naar de voorvlakte van het kootbeeD om zich daar met de strekpees te vereenigen. Met uitzondering van eenige onbeduidende kleine spieren zijn hiermede de aan den achterkant van het voorbeen ge legene in het kort aangegeven. Het blijkt dus, dat van het haakbeentje uit geen pezen of spieren in benedenwaartsche richting verloopen. Dit haak beentje heeft den vorm van een langwerpig ronde schijf; het draagt niet rechtstreeks bij tot de ondersteuning van den lichaamslast, doch dient als hefboom voor de werking van de in- en de uitwendige opperarmhaakbeenspier, die, daar het haakbeentje behoort tot de bovenste rij der beenderen in 258 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 274