Isosss QODisekeningen ouor hol belcg Don Baroepoe» Einde 3uli 26 October 1906, Na den val der bentengs Tondok en Kadok 16 Juli 1906, werd verwacht, dat Poang Tikoe zich bij den commandant der ageerende colonne zou melden. Op verschillende toppen in het gebied Pengala waren witte vlaggen geplaatst, de patrouilles werden met rust gelaten, terwijl de bentengs Bonto Asoe en Rinding Aloe vrijwillig ontruimd bleken te zijn. Met de bevolking werd echter weinig aanraking verkregen, terwijl Poang Tikoe met onderhandelingen tijd trachtte te winnen; de colonne commandant besloot daarop dit hoofd in zijn laatste toevluchtsoord op te sporen. Baroepoe, oorspronkelijk de benteng van een vijandige volk stam, was Poang Tikoe na een vruchteloos beleg door krijgs list in handen gevallen. De overwonnenen werden als slaven aan de Sidenrengers verkocht of tegen geweren ingeruild, terwijl een gedeelte uitweek naar den stam der Maki Maki's. Poang Tikoe richtte dit van nature zeer sterk gelegen punt zoodanig in, dat het geheel stormvrij werd. Einde Juli 1906 rukte de colonne in 2 gedeelten uit Tondon naar Baroepoe op, (zie fig. 1. pl. 8.). a. 5 groepen van de éde comp. van het L. H. 15de Batal jon onder commando van den kapitein A. Michielsen over Rinding Aloe naar Lalilondong, hierbij was ingedeeld de 2e luitenant E. v. B. Dit detachement marcheerde ongestoord naar den Bonto Bimba, vond daar de graven der gesneuvelden vóór Lalilondong (gevecht van 26 Juni 1906) geschonden en de lijken naast de kuilen geworpen. Nadat de graven weer hersteld waren, werd het bivak op de oude plaats betrokken. b. een compagnie van het 6de Bataljon en 1 sectie van het L. H. 15de Bataljon, respectievelijk onder commando van kapitein Rijnders en van den lsten luit. Einthoven, naar Ka-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 280