roengian. Hierbij waren ingedeeld, de 2de luitenant van Cat- tenburch en de onderluitenant Scheijbelen. De colonne com mandant kapitein Krapels bevond zich bij dit gedeelte. De artillerie, bestaande uit een mortier van 7 c.M.en 2 stukken van 3.7 c.M. (bronzen) onder commando van den luitenant ter zee J. van der Wijck, werd op Karoengian gedirigeerd. Poang Tikoe, nogmaals gesommeerd zich te melden, vol deed niet aan dezen oproep. In den loop der volgende dagen werd Baroepoe van ver schillende richtingen verkend. Als resultaat dezer verken ningstochten werd besloten lo. bergartillerie aan te vragen (hetgeen niet toegestaan werd.) 2o. Baroepoe in te sluiten en door belegering tot de over gave te dwingen, aangezien een bestorming geen kans van slagen had 3o. de colonne als volgt om Baroepoe te verdeelen, (zie fig. I plaat 6.); Te Karoengian, hoofdbivak A werden gelegerd: 1 compagnie van het 6de en 2 groepen van het L. H. 15de Bataljon, 1 mortier van 7 c.M. en ook voorloopig 1 bronzen kanon van 3.7 c.M. Op de hoogte Zuidelijk van Baroepoe werden in bivak B 2 groepen van het L. H. 15de gelegerd, waarbij 1 kanon van 3.7 c.M. (bronzen), onder commando van den sergeant Dreck- meijer. Te Lalilondong, bivak C, 3 groepen van het L. H. 15de Ba taljon. Hier werd in September het stuk van 3.7 c.M. uit Karoengian geplaatst, nadat een opstelling te E. op den grij zen steen de „fricadel" ondoelmatig bleek. Van Lalilondong kon men ongezien door het ravijn f. g. afdalen en gedekt achter den grijzen steen E. tot dezen bobbel vooruitkomen. Daarvan werd gebruik gemaakt om een bivak D. in te richten, waar 2 van de 3 groepen van Lalilondong gelegerd werden. De detachementscommandant bleef voorloopig in Lalilondong, terwijl de 2de luitenant E. v. B. bivakcommandant iij D. werd. INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 265

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 281