Yoor den loop van dezen mijngang diene fig. 2. pl. 8.
Den 25sten October was de mijngang zoover gevorderd,
dat de lading aangebracht zou kunnen worden.
De sommatie op den volgenden morgen had echter het
gevolg, dat de bezetting zich kwam melden, uitgeput door
watergebrek en bevreesd voor de gevolgen van een explosie,
die naar zij meenden tot gevolg zou hebben, dat geheel Ba-
roepoe in de lucht zou vliegen. Dag en nacht had Poang
Tikoe doffe slagen en ontploffingen onder den grond gevoeld
en steeds kwamen deze geluiden naderbij toen nu een der
overbrengers van de sommatie, zijn neef Tandi Boena, hem
mededeelde, dat de Compeni van plan was Baroepoe door
middel van kruit op te blazen, vond hij 't geraden zich te
onderwerpen.
4. Het pad, dat door de buitenpoort 5 langs den wachtpost
6 naar het ravijntje 7 vóór de 1ste poort voerde.
5. Buitenpoort van zware planken, waarin een kijk- en
schietgat, terwijl in een nis van den wand de wachter
geposteerd stond; overbrengers van brieven of sommatie's
mochten tot hier naderen.
Toen de tunnel door tjot E. gereed was, werd 's nachts
de buitenpoort met een lading springgelatine opgeblazen,
waarna de buitenwacht binnen Baroepoe vluchtte en de 1ste
poort met steenen gebarricadeerd werd en van schietkokers
voorzien.
6. Sleuf in den wand van M. lengte naast het voetpad;
achter den kleinen uitlooper van den lagen heuvel, waarin de
buitenpoort lag, was de buitenwacht, die door de sleuf in den
wand eiken voorbijganger in het ravijn kon doen storten.
7. Ravijntje vóór de 1ste poort, waarover twee bamboe
stijlen, die weggetrokken konden worden, toegang gaven tot
dezen ingang.
8. 1ste poort, die uitkwam in een put, waarin een ladder
die opgeklommen moest worden naar het wachthuisje 9.
Van hier daalde men naar het pad, dat langs de overdekte
schuilplaatsen 10 en 11 voerde naar de 2e poort, die be
schermd werd door wachthuis 14 en de posten naast de 2e
poort.
268
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT