De laatste poging om de schuren in brand te schieten werd
aangewend, zoodra de springmiddelen waren aangekomen.
Op tjot E werd een zoogenaamde Piron fougas aangebracht
met een spiegel van pakkistenhout, waarboven een zwaren
steen geplaatst werd.
Aan dezen steen was door middel van netwerk een touw
bevestigd, ter lengte van 300 M. en 0.04 M. dik, geheel met
petroleum en springgelatine ingesmeerd.
Het doel was den steen met het brandende touw over de
padischuren heen te schieten en deze zoodoende in brand te
steken.
Het touw werd vóór de fougas regelmatig opgeschoten,
zoodat het zich gemakkelijk kon ontwikkelen en met het
andere einde aan piketten op tjot E. bevestigd.
De te bezigen buskruitlading in gram wordt berekend vol
gens de formule L ij3 X P X S X 0.4.
P gezamenlijk gewicht steen, spiegel en touw.
S afstand fougas tot punt, dat men bereiken wil. De coëf
ficiënt 0.4 wordt genomen, als de spiegel niet ingekast is.
Bij de eerste ontsteking vloog de steen met een afgeknapt
eind touw honderden M. over Baroepoe heen om aan den an
deren kant in de sawah terecht te komen; de buskruitlading
was blijkbaar te groot.
Een tweede poging gelukte beter, doch het touw knapte weer
door. Verdere pogingen werden gestaakt, omdat de ontploffin
gen der ladingen, de stellingen op tjot E. zeer belangrijk
vernielden.
Einde September kwamen, behalve de nieuwe colonne com
mandant, majoor Schütt, met den gouverneur van Celebes
mede: de kapitein der genie F. Clignett, en een detachement
genie soldaten.
De geniechef vatte het plan op, 's nachts langs den stei-
len Baroepoe wand een gedeeltelijk open gang bovenwaarts
te graven, een tiental Meters beneden den bovenkant een
mijngang naar het midden van Baroepoe aan te leggen om
daar een geweldig groote mijnlading aan te brengen. De
aanvalstroepen zouden zich gereed houden om direct na de
explosie door den gang bovenwaarts in Baroepoe te stormen
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
273