Eischen die zaken een nadere regeling?
flnfmoord op het artikel aan W, E. flsbeek
Brusse, Kapitein der Snfanterie, in flfleue-
ring 2 nan dit Tijdschrift getiteld: „Zaken
die nadere regeling nereischen,"
De Kapitein der Infanterie W. E. Asbeek Brusse beeft in
het bovenaangehaalde artikel een tweetal vraagpunten be
treffende de vrije geneeskundige behandeling ter sprake ge
bracht, waarvoor hij een nadere regeling noodig acht. Met
mij zullen waarschijnlijk vele officieren van het leger in Ne-
derlandsch-Indië hem ten zeerste dankbaar zijn, dat hij deze
aangelegenheid ter sprake heeft gebracht.
Geenszins dus de lust om hem te bestrijden, doch wel die
om in deze quaestie zooveel mogelijk licht te ontsteken doet
mij naar de pen grijpen.
Ook ik zal evenals de heer A. B. i) uitgaan van artikel
16 van de Algemeene Order 1909 No: 48 zooals dit gewijzigd
is bij Algemeene Order 1910 No: 73.
De 1ste alinea van dat artikel luidt:
„De volgende personen en hunne gezinnen, mits wonende
„binnen twee paal van het Centrum der garnizoensplaats of
„van de standplaats van de in artikel 1 sub. d. en e. bedoelde
„geneesheeren, zoomede hunne bij hen inwonende bedienden,
„hebben recht op kostelooze verleening van genees-, heel- en
„verloskundige hulp hieronder ook specialistische behan
deling begrepen voor zoover deze door den militair genees
kundigen dienst ter plaatse oogenblikkelijk kan worden ge-
„geven, en op kostelooze verstrekking van geneesmiddelen
„a. enz:" (volgt een opsomming der rechthebbenden.)
Behoort men tot in de opsomming genoemde personen,
dan kan men uit deze alinea nauwkeurig opmaken waarop
men recht heeft ten aanzien van de vrije geneeskundige be
handeling.
1) Hij vergunne mij gemakshalve verder in dit stuk deze initialen te be-
zigen.