282 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT middels radiatoren is verkregen, zal bij langzaam vuur, evenals ook bij door lange vuurpauzen onderbroken automatisch vuur, voldoende zijn, om eeno aanmerkelijke verhitting van den loop te voorkomen. Bij een langdurig automatisch vuur moet echter eene krachtige afkoe ling van den loop worden aangewend. Dit zou eenvoudig daardoor kunnen geschieden, dat men de samengeperste lucht vóór het binnen treden in de ziel een zekere hoeveelheid water, in fijn verdeelden toe stand laat meenemen. Op deze manier gaan de fijne waterdruppeltjes tegen de warme zielwandeD spoedig in dampvorm over, waardoor de in den loop opgehoopte hoeveelheid warmte spoedig is verwerkt. Over de bij de loopafkoeling te beheersehen warmtehoeveelheden geeft het volgende terloops een punt van uitgang. Bij het machinegeweer wordt, zooals bekend is, met 3000 schoten, d. i met verbranding van 3000 X 2,75 8250 G. buskruit, 3 L. water verdampt, d. w. z. circa 1800 Calorieën met één schot dus circa 1800 3000 0,6 Calorieën warmte opgewerkt. Nemen wij a«n, dat het ladingsquotient bij het ontwerpgescbut bedraagt, dan verkrijgt men bij 0,5 KG. projectielgewicht 60 G. buskruit- lading. Een schot van het kanon deelt dus aan den vuurmond circa de gelijke hoeveelheid warmte mede van 22 schoten met het machi negeweer, d.i. ongeveer 22 X 0,6 13,2 Calorieën, welke warmtehoe- veelheid dus door de loopafkoeling moet worden geabsorbeerd. Voor het absorbeeren van deze 13,2 Calorieën zijn noodig daar de totale verdampingswarmte van 1 L. water ongeveer 600 Calorieën bedraagt13 2:600 0,022 L. water. In de praktijk valt natuurlijk niet op de totale benutting van dit theoretische afkoelingseffect te re kenen en men zal voor het waterverbruik per schot ongeveer 0,03 L. moeten nemen. De voordeelen van de voorgestelde gecombineerde loopafkoeling zijn niet te miskennen. De buitenste, door de aan het kanon aangebrachte radiatoren, zoowel als de door het doorblazen der samengeperste lucht verkregen binnenste afkoeling, werken constant eene bovenmatige ver hitting tegen. Dit is b. v. bij machinegeweren met watermantelafkoeling niet het geval, daar de watermantel eigenlijk als warmteaccumulator werkt en zoodoende eene voortdurende uitstraling der warmte verhin dert. Hier heeft dus ieder schot een verbruik van kostbare koelwater ten gevolge. Bij het ontwerp geschut is het spaarzaam zijn met het koelwater zeer goed mogelijk, daar de waterafkoeling zooals reeds meermalen opgemerkt alleen bij lang aanhoudend snelvuur, dus slechts op de beslissende oogenblikken, in actie moet treden. Gewicht van het stuk Wij gaan weer van bekende gegevens uit. Het gewicht van het vurende veldstuk bedraagt zonder schild 900 KG.; de mondingsenergie van dit geschut bepaalt zich op 85.204 KGM., terwijl het ontwerp geschut slechts 16.326 KGM. opbrengt. Men heeft dus 85 204 16 326 900 x en x 172 KG. Hierbij nog het gewicht van het pantserschild rijkelijk 98 KG. gerekend, geeft als gewicht van het vurende stuk 270 KG. Daar de geschutbediening van 3 man zonder twijfel in staat is een stuk van 350400 KG. op het gevechtsveld in een langzaam tempo voort te bewegen, heeft men eenerzijds voor eene sterkere constructie,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 298