INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 283 anderzijds ook voor eene munitienitrusting bij het stuk van circa 50 schoten, zoowel ten stotte voor andere uitrustingstukken eene voor alle eischen voldoend zijnde gewichtsvermeerdering ter beschikking. Munitie. Eenheidsmunitie met granaten; eene zeer gevoelige schok- buis om de granaat onmiddellijk na het doorslaan van het schild, enz. zeker tot springen te brengen. Het gewicht van de granaat 500 G, de buskruiilading 60 G, de patroonhuls circa 140 G. dus het gewicht van eene complete patroon circa 0,7 K.G. Inrichting van liet stuk voor het. vervoer. Bij het ontwerpen van den voorwagen moet de hoofdgedachte zijn, dat deze moet dienen als mu nitiewagen voor het stuk. Er moet naar gestreefd worden het leege gewicht tot een minimum te beperken om een zoo groot mogelijke hoeveelheid munitie mee te kunnen voeren Verder moet de voorwagen op het gevechtsveld het kanon overal kunnen volgen en zal dus in uitgerusten toestand niet veel meer dan 350 400 KG. mogen wegen. Daar hij verder in het open, vlakke terrein onmiddellijk naast het stuk moet worden opgesteld, zullen de daarbij ingedeelde bedienings manschappen ook tegen geweerprojectielen en granaatkartetsvulkogels bescherming moeten kunnen vinden. Het zal wel mogelijk zijn, den voorwagen, met een maximum gewicht van 150 K.G. te vervaardigen, zoodat dus circa 200—250 KG. voor de munitie zullen overblijven. Men neett dus als munitieuitrusting bij het stuk: Bediening. Bij het stuk zelf zouden drie man en even zooveel bij den voorwagen moeten worden ingedeeldbovendien voor den verbin dingsdienst, voor afstandmeting, voor paardehouders, zoo ook voor reserve nog verder zes man. In het gevecht worden kanon en voor wagen in beginsel voortbewogen door de ingedeelde bedieniDgsman- schappen, die in moeilijk terrein ook tot eikaars wederkeerige ondersteu ning zijn aangewezen. Bespanning. Tot voortbeweging van het stuk op marschen en in het gevecht buiten het vijandelijk vuur zijn twee paarden noodig, die zoowel naast elkaar als ook in tandem kunnen worden aangespannen en door een man te voet worden bestuurd. Reeds is uit vorenstaande onderzoekingen voldoende duidelijk geble ken, dat het nieuwe strijdmiddel der kleinkaliber kanonnen slechts dan het te verwachten nut zal opbrengen, wanneer het in kleine infan terie afdeelingen dus bij het bataljon of regiment wordt opgenomen niét echter, wanneer het tot meerdere stukken in battarijen vereenigd dan wel onmiddellijk onder de hoogere commando's gesteld wordt, laat staan, indien het bij de Artillerie als speciaal geschut wordt ingedeeld. I. M. T. 1911 19 Bij het stuk zelf.., In den voorwagen 50 schoten. 300 Totaal 350 schoten. Organisatie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 299