snel den afstand tot vijandelijke doelen te kennen, doch tevens om op gunstige momenten onderzeesche mijnen tot ontsteking te kunnen brengen. Op de wijze als moge blijken uit fig. 24 wordt binnen de donkere kamer een beeld gevormd van de voorliggende zee. De lichtstralen, die bij sommige dezer camera's van beneden, bij andere van boven invallen, worden opgevangen op eene tafel, voorzien van eene matglasplaat; op deze plaat zijn kromme lijnen met intervallen van 50 of 100 M. getrokken om den afstand tot het doel zoo vlug en nauwkeurig mogelijk te kunnen aflezen. Is de artilleristische afstand tot een punt, b.v. een vuurtoren of boom nauwkeurig bekend, dan kan men dezen afstand als basis voor alle andere beschouwen en met behulp van ver schuifbare lenzen het beeld der torenspits doen samenvallen met het daarvoor op dien afstand op de glasplaat gemarkeerde punt. Wil men b.v. den kimsafstand, die bij andere afstands meters berekend moet worden, weten, dan heeft men deze slechts af te lezen op de glasplaat. In gevallen, dat het bloote oog onvoldoende is voor eene nauwkeurige aflezing, zal een vergrootglas ons in staat stellen om tot 10 M. nauw keurig te schatten; de bepaling van snelheid en koers van een vijandelijk schip levert hierbij geen moeielijkheden op. Zijn op deze plaat tevens de plaatsen der mijnen gemarkeerd, dan kan de waarnemer deze ontsteken, zoodra hij het vijan- deiijk schip ter plaatse waarneemt. Indien de afstand tot een voorgelegen vast punt niet bekend is, dan moet de hoogte van tafel en prisma steeds constant zijn ten opzichte van de oppervlakte der zee; is ook dit niet het geval, dan zal de kimsafstand herhaaldelijk bepaald dienen te worden om op de glasplaat overeenstemming te brengen tusschen de kim en de voor dien afstand op de glasplaat getrokken lijn. C. F. van Gent. Wordt vervolgd) Kapitein Top. Dienst. INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 17 I. M. T. 1911. 2

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 29