293 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT b.) Velclhouwitsers De houwitsers van 12 en 15 c.M. zijn van moderne constructie met vuurmond terugloop. De batterijen bestaan uit 4 stukken bespannen met 8 paarden. Het tactisch gebruik en de vuuimethode komen overeen met die van de zware fransche artillerie. c.) Berpartillerie. De kobibrigade was voorzien van een bergbatterij van het tijdens den oorlog gebezigde model. De studiën omtrent een nieuw materieel zijn nog niet voltooid. Cavalerie. Wat kon men verwachten van de 3 regimenten, die (1 per divisie) de geheele cavaleriemacht der beide legers uitmaakte? Numeriek te zwak, middelmatig bereden, waren ze onvoldoende om te voldoen aan de vele opdrachten, die wij gewend zijn te geven aan onzeEuro- peesche eskadrons. Nochtans hebben de Japansche cavaleristen hun best gedaan bij het ophelderen, patrouilleeren en bij het gevecht te voet, waarvoor zij een merkwaardige voorliefde vertoonden. Overigens trachtte men in het gebrek aan cavalerie zoo goed mogelijk te voor zien. De genie liep haar beenen uit het lijf om telefoonverbindingen aan te leggen. En daar, waar de cavalerie heelemaal ontbrak, zoo als bij de kobibrigade, verrichtte een compagnie verkenners zonder ransels de taak van een eskadron. In den looppas legde zij verschei dene kilometers achter elkaar af. Een infanterie ongevoelig voor vermoeienissen, vurig bij den aanval een artillerie goed bewapend en goed samenwerkend, ziedaar de hoofd kracht van het Japansche leger. Zijn cavalerie is gebrekkig, dat is een feit; maarin Mandchurye was de kozakkencavalerie talrijk, sterk en getraind en toch 3. DE TECHNISCHE UITRUSTING. In Europa is men het erover eens, dat de Japanners ons naapen. We geven toe, dat hun uitvindingsvermogen beperkt is. Maar men moet erkennen, dat zij op militair gebied copieeren met verstand en, dat zij altijd precies weten uit te maken, wat van ons materieel voor hen bruikbaar is op hun toekomstige oorlogstooneelen. Vliegmachines Misschien Wielrijders, automobielen Gewis niet. In een land, dat bergachtig is en daarbij bijna zonder wegen, en waar in den regen tijd die wegen bovendien bodemloos worden, moet men materieel heb ben, dat overal door kan. Bij een bewegelijk leger behoort een licht materieel. Of de questie ook aldus is opgelost wat betreft het veldartillerie- materieel, daaraan mag met recht getwijfeld worden. Niet zonder reden tracht men het bergmaterieel te verbeteren en te vermeerderen. Maar overigens moet men erkennen, dat gelukkige oplossingen zijn gevonden. Hieronder volgen daarvan eenige bewijzen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 309