INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 299 zen bij die vijf fabrieken Deze, dat er besteld worden twee bergkanon- nen bij de firma Krupp, en dat die naar Indië worden gestuurd om daar nader beproefd te worden bij het Indische leger. Er wordt dus een kanon uitgezonden, dat is ontworpen want dat laat de Memorie van Antwoord zeer duidelijk uitkomen en uitgewerkt door den kapitein Gooszen, maar dat wordt geconstrueerd in de fabriek van de firma Krupp, die zich natuurlijk daartoe bereid verklaard heeft. Mijnheer de Voorzitter! Ik kan het niet verhelen, dat deze methode mij voorkomt niet de goede te zijn. Deze methode, om te komen tot een goed kanon voor onze bergartillerie in Indië, geeft, dunkt mij, niet den waarborg, dat die artillerie inderdaad zal krijgen hetgeen het hebben moet, namelijk het beste, dat op dit gebied verkrijgbaar is. Vooreerst heeft die methode dit m. i. minder wenschelijke gevolg, dat daardoor ontstaat een soort deelgenootschap, copartnership, tusschen d> n ontwerper van het kanon en de fabriek die het construeert. In zekeren zin loopen hun belangen ineen. Het komt mij voor dat dit in zulke zaken neen gewenschte verhouding is. Maar wie zal verant woordelijk zijn ten slotte? Eigenlijk niemand anders dan de kapitein Gooszen. Indien er naderhand fouten in het kanon blijken te zijn, zal de firma Krupp zeggen: het is niet ons kanon, het zijn de denkbeelden van den kapitein Gooszen, die deze op onze fabriek heeft uitgewerkt en voor welker uitvoering wij ons geleend hebben. Wij krijgen door deze eenzijdige methode van werken een resultaat dat niet geheel betrouwbaar is En misschien zou dit bezwaar voor mij nog niet zoo zwaar wegen hoewel het niet is weg te nemen indien het kanon, dat nu naar Indië zal worden gestuurd en daar aan het Indische legerbestuur in proef zal worden gegeven, vooraf hier te lande aan een onderzoek en beproeving van een commissie van onpartijdige deskundigen ware onderworpen. Daarmede zou wel niet genoeg zijn gedaan, want het zou nog slechts zijn geweest de beproe ving van een enkel soort berggeschut, maar men zou dan ten minste nog kunnen zeggen het werk van den heer Gooszen is, voordat het naar Indië is gestuurd, reeds gekeurd door andere deskundigen hier te lande. Maar volgens de Memorie van Antwoord zijn de kanonnen die op het oogenblik nog slechts in project bestaan en waarover dus des kundigen voor zoover zij gehoord zijn nog geen oordeel op beproeving gegrond hebben kunnen uitspreken, reeds besteld. Dit komt mij voor te zijn een zeer ongewone, ongebruikelijke gang van zaken Daarbij wensch ik te vragen hoeveel kosten die twee stukken en uit welk artikel der begrooting zullen zij worden betaald En waarom zijn er twee besteld? Ik heb in den laatsten tijd wel meer zaken van dezen aard onder de oogen gehad, en ik meen dat het de gewoonte is om, wanneer men zij" artillerie wil verwapenen en een keuze wil doen uit de beste kanonnen, aanvankelijk aan de fabrieken die daarvoor in aanmerking komen, slechts één stuk ter beproeving te vragen, zonder voordat proefkanon te betalen. Het proefkanon wordt niet besteld. De constructie daarvan komt dus niet voor rekening van den Staat, en dit ligt voor de hand aldus de zaak te regelen, want men weet nog niet of men het zal aannemen of niet, omdat men juist door de I. M. T. 1911. 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 315