INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
303
onderwerp de aandacht te vestigen. Het komt voor, dat in het Indische
leger de loopbaan van meer dan een verdienstelijk officier wordt ge
broken doordat hij niet kan opschieten met de onmiddellijk boven hem
staande chefs. De Minister antwoordt in zijn Memorie, dat daar geen
bewijzen voor worden aangevoerd en dat hij dus deze bewering nut
kan weerleggen. Bewijzen aanvoeren is niet noodig, na de geschiedenis
o. a. van den heer Fosno, hier in de Kamer, toen door tusschenkomst
der Kamer onrecht moest worden goedgemaakt. Dat onrecht was zoo
groot, dat de geh ele Kamer zich met die uitspraak vereemgde, en de
Indische regeering er uitvoering aan moest geven. Ik neem dit
eene voorbeeld, ofschoon er vele zijn.
In de zaak Roerdinkholder wenscht de heer ter Laan mede nog een
nader onderzoek ingesteld te zien.
In de stukken is ook als nieuw slachtoffer ter sprake gekomen
de heer Vanger, eveneens een officer. Omtrent die geschiedenis
zegt de Minister in de Memorie van Antwoord, dat hem niets be
kend is en hij dus geen inlichtingen kan geven. Het is wel eigen
aardig, dat Kamerleden omtrent zulk een zaak wel inlichtingen bezit
ten en de Regeering niet, maar dat kan natuurlijk voorkomen. Ik
kan verklaren, dat ik uit de omgeving van dezen kapitein Vanger
een massa gegevens heb ontvangen, die mij helaas weer hebben ver
sterkt in de overtuiging, dat er aan de rechtspositie van de mili
tairen in Indië, ook aan die der officieren, nog z-er veel ontbreekt.
De Minister is van deze geschiedenis niet op de hoogte en hij
zal mij dus op eventueele vragen niet kunnen antwoorden. Ik vind
het dus het beste dat deze kapitein, die meent ernstige redenen tot
klagen te hebben, zich zelf tot de Regeering en tot de Kamer
wendt. Ik zal daarom geen nadere mededeelingen omtrent deze
zaak doen en alleen als mijn algemeeQen indruk weergeven op
grond van zeer uitvoerige gegevens van personen, die voor mij
betrouwbaar zijn dat het sedert het vorige jaar niet beter is ge
worden, en de openbare behandeling der zaak-Posno niet heeft ge
holpen
Er zullen nadere maatregelen moeten genomen worden
Dit betreft de officieren. En als het met de officieren zoo is, kan
men er vast op aan, dat het met de minderen niet beter is.
Een enkel woord over het streven der in Indië bestaande bonden,
vooral van den bond van soldaten, die tot orgaan Ons Vaandel heeft
en getiteld is: Voor Koningin en Vaderland". Ik heb er reeds vaker
op gewezen, dat deze bond zeer verdienstelijk werkt. Nu er, blijkens
de rede van den geachten afgevaardigde uit Leeuwarden, van gis
teren, door de werving ongewenschte elementen naar Indië worden
gevoerd, is de werking van dezen bond dubbel noodzakelijk en
dubbel te waardeeren. Die bond komt op voor de verbetering van
den stoffelijken toestand, maar, zooals aan de Regeering bekendis,
heeft hij nog een ander doel, dat daarmede onmiddellijk samenhangt
en samengevat is in deze woorden weg met Ngawi, weg met Tji-
mahi, d. w. z. weg met de strafinrichting en weg met de gevangenis,