INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 305 der herhaalde klachten omtrent de wijze, waarop de Indische soldaten door de Stoomvaart MSen. van en naar Indië worden vervoerd en ge durende de reis verpleegd Schijnt een en ander menigmaal te wen- schen over te laten, sedert ook Portugeesche soldaten worden ver voerd, die beter eten schijnen te krijgen komt de inferieure behande ling van de Indische soldaten gedurende de reis nog duidelijker en hinderlijker uit. Hierna krijgt de heer Duymaer van Twist het woord over de berg- ar ti 11 erie ver wapening. Nadat deze afgevaardigde een nogal gezochte verdediging heeft ten beste gegeven om de overijlde bestelling van 2 snel vuurbergkanonnen bij Krupp goed te praten, een verdediging, waaruit alleen blijkt, dat hij van het verschil tusschen veld- en berg- geschut geen duidelijk begrip heeft, zegt hij In de vergadering van 16 November 1909 werd door den heer Thomson, sprekende over de opdracht van den heer Gooszen ge zegd „Laat men nu den heer Gooszen niet sturen naar de firma Krupp om daar zijn vinding in praktijk te doen brengen, maar laat dat zoo mogelijk hier te lande geschieden, en, indien dat niet moge lijk is, laat men hem dan in de gelegenheid stellen te werken by de concurreerende firma's, bij Schneider of Ehrhardt, van wie wij toch weten dat zij ten opzichte van de levering van berggeschut zeker superieur zijn aan de firma Krupp." In deze woorden lag de wensch, dien de heer Thomson koester de, omtrent het uitvoeren der opdracht door den heer Gooszen uitgedrukt. Hij gaf in de door mij geciteerde woorden de rich ting aan waarin hij gaarne de opdracht, aan den heer Gooszen gedaan, zag uitgevoerd. Kort daarop kwam de heer Gooszen uit Indië met de opdracht van de Indische regeering, dat bij de uitvoering der opdracht op den voorgrond moest staan, dat bij de kleine organisatie van de bereden artillerie, 16 veld- en 16 bergkanonneu, één type van ge schut en één soort van projectiel zou gekozen worden, waarbij de aandacht werd gevestigd op de firma Krupp. De Minister had nu aan dien wensch van het Indisch bestuur kunnen gehoor ge ven en zeggen waar men de levering door Krupp wenscht, zal ik den heer Gooszen ter bestudeering van dat berggeschut ook naar Krupp zenden. Dat deed de Minister echter niet, hij handelde overeenkomstig den wensch van den geachten afgevaardigde uit Leeuwarden, en deed, voor hij besloot de levering van proefka- nonnen op te dragen aan de firma Krupp, eerst bij andere ge- schutleveranciers een onderzoek instellen. Ue Minister ging zelfs nog verder. De minister zond den heer Gooszen niet alleen naar de firma Schneider en Ehrhardt, maar naar 5 verschillende firma's. De Minister ging dus, gelijk ik zeide, in alle opzichten op het denkbeeld van den heer Thomson in. Een ander verlangen toch heeft die geachte afgevaardigde niet te kennen gegeven. Ook de Kamer niet. Uit nu overwegende, kan men dan ook niet zeggen, zooals de heer van Karnebeek deed, dat de Minister ons onver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 321