INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 307 doenlijk zijn die inlanders de bediening van de twee typen te leeren, maar ook ten aanzien van de Europeanen gaat dit niet. Er behoort toch aan gedacht te worden, dat het verloop groot is en er telkens verwisseling' van personeel plaats heeft. Deze omstandigheid nu maakt het noodzakelijk dat er één type van geschut is. Dat toch al reeds te veel verschillende typen van geschut in Indië aanwezig zijn, blijkt hieruit, dat bij het, vesting-geschut reeds 16 verschillende vuurmonden en 42 soorten projectielen worden aan getroffen. Zal dit aantal typen nu nog met een vermeerderd wor den ik acht dit zonder overwegende redenen niet wenschelijk. En dat hier dit overwegend belang aanwezig is werd nog niet aange toond (1) Er is op gewezen, dat er een commissie van aanschaffing van geschut voor verdediging is benoemd geworden en dat de reden, die tot die benoeming leidde, ook hier bij de aanschaffing van berg- ge-chut voor Indië aanwezig is, maar de vergelijking gaat niet op. Immers wij staan voor Indië niet voor een nieuwe verwapening, maar het geldt hier slechts een voortzetting van de verwapening der bereden artillerie. Zooals de zaak nu staat, zal ik mij gaarne bij het voorstel der Regeering neerleggen. Wil de Minister intusschen in den geest als de heer van Karnebeek aangaf nog een vergelijkende proef tusschen de firmas Schneider en Krupp doen plaats hebben, dan heb ik daar tegen, hoewel ik de noodzakelijkheid daarvan niet inzie, geen bezwaar. De heer van Karnebeek wenscht voor onze bergartillerie het beste geschut, maar dan zal hij niet alleen Schneider moeten laten me dedingen, maar ook Ehrhardt, Skoda en anderen. Van het ge- schut-Ehrhardt is bekend, dat het vrij wel tot dat van de firma Krupp nadert, en misschien zou len wij eerder bij Ehrhardt dan bij Schnei der iets goeds voor Indië kunnen vinden Ik zou ten slotte één vraag aan den Minister willen doen, en wel deze, of wij met de aanschaffing van de twee stukken bij de tirma Krupp ook voor den verderen aankoop van geschut gebonden zijn. Het staat m. i. duidelijk in de stukken van niet, maar toch zou het mij aangenaam zijn, zoo dit nog eens nader werd uitge- gesproken. De Voorzitter: Mag ik den leden in overwegen geven nu niet te diep in te gaan op de quaestie Krupp-Schneider. Dat kan men later doen, als het Krupprapport ter sprake komt. De heerColijn: Mijnheer de Voorzitter! Ik moet tot mijn leedwe zen beginnen met te verklaren, dat ik ik mij niet kan aansluiten bij 1) Gegeven het feit, dat er nooit of te nimmer eenig bezwaar gebleken is de Inl. Kanonniers der Vesting Artillerie te oefenen in de bediening van deze 16 verschillende vuurmonden, is het belachelijk te beweren, dat de Europeesche kanonniers der bereden artillerie nog niet die van 2 soorten zouden kunnen leeren. Ook bestaan er nog altijd maar 3 soorten projectielen en niet 42 en zelfs met die 3 soorten heeft een eenvoudig kanonnier zoo goed als niets te maken. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 323