308 INDISCH MILITIAR TIJDSCHRIFT de rede van den geachten afgevaardigde uit Steenwijk. Ik acht het door hem in den aanvang van zijn rede ingenomen standpunt, dat wij hebben te doen met het voteeren van een tweeden of derden termijn van een aanvraag, waarover al beslist zou zijn in zijn ge- heelen omvang, niet juist; maar ik wil den geachten afgevaardigde uit Leeuwarden, die zich zoo levendig beweegt op zijn stoel, liever niet het genoegen schenken om mij daarop nader te hooreu ingaan, en zal dat aan hem zelf overlaten. Ik wensch mij te bepalen tot het geven van een kort exposé van het vraagstuk, dat ons nu al eenige uren bezighoudt en niet voor het eerst aan de orde is. En dan begin ik met er de aandacht op te vestigen, het is den heeren algemeen bekend, dat wij in Indië heb ben twee soorten van bereden attillerie, de veld-en de bergartillerie, en dat het altijd het onvervuld verlangen is geweest om die beide soorten van artillerie zoo noodig vereenigd te kunnen gebrui ken. Aan dat verlangen is nooit voldaan kunnen worden, omdat de veld-artillerie werd getrokken door bespanningen gelijk hier te lande, terwijl de bergatillerie werd gedragen. Door deze wijze van vervoer van de bergartillerie was het noodzakelijk aan de bergkanonnen een andere constructie te geven. Zij mochten, met het oog op die ver voerwijze, een bepaald gewicht niet overschrijden. Het gevolg daarvan was, dat men had een korter kanon, met minder dracht, mindere aanvangssnelheid van het projectiel, en dus mindnre uitwerking. Dit euvel heeft men nu in de laatste jaren willen opheffen. Men heeft namelijk willen maken een kanon, dat gelijke of althans bijna gelijke uitwerking heeft als dat van de veldartillerie. Daarvoor moest het ongeveer dezelfde lengte hebben, en aangezien dit, met het oog op het vervoer, niet kon zoolang het uit één stuk gebouwd was, moest het zijn een verdeelbaar kanon. Intusschen, een paar jaar geleden was men nog niet zoover.dat men die verdeelbare kanonnen hadalthans waren ze nog niet zóó geperfectionneerd, dat men er aan kon denken ze aan te schaffen. De fabrikanten die zich toen bezighielden met de constructie van berggeschut, waren nog aan het zoeken naar den besten vorm en daarbij stond de firma Krup niet vooraan. Waar de geachte afge vaardigde uit Steenwijk wijst op het rapport van de technische commissie van het Departement van Koloniën, de zoogenaamde verwapeningscommissie, die zich heeft uitgesproken ten gunste van het Kruppsche t'êWgeschut, geloof ik niet, dat er iemand is die dat feit betwist. Maar evenzeer als ik erken, dat die commissie, bestaande uit door het legerbestuur aangewezen deskundigen, zich heeft uitgesproken ten gunste van het ztêZdkanon van Krupp, evenzeer beeft al kan ik op het oogenblik de bron niet noemen, doch hiertoe zal zich wel later de gelegenheid voordoen diezelfde commissie zeer bepaald aan de firma Schneider den voorrang toegekend ter zake van de constructie van èer^geschut op dat tijdstip. Maar hoe is nu verder de loop van de zaak geweest De Indische regeering heeft kennis genomen van een project van den kapitein der infanterie Gooszen om te maken een verdeelbaar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 324