310 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT Nu staan wij op het oogenblik voor het feit, dat wij een berg- artillerie hebben, welker vuurmonden inderdaad bet woord is wel eens eerder gebruikt niet veel beter zijn dan proppenschieters en de verwisseling van hot berggeschut is dan ook buitengewoon urgent, indien men ten minste iets gevoelt voor een behoorlijke bewapening van het leger. En wanneer nu in Indië komt een kanon dat natuurlijk oneindig veel beter is dan het tegenwoordige oude kanon, en men heeft geen andere vergelijking dan tusschen het praehistorisch kanon en het nieuwe kanon, dat door Krupp zal geleverd worden, dan moet dit laatste, gelijk de geachte afgevaardigde uit Utrecht te recht opmerkte, al buitengewoon in het oog springende gebreken vertoo- nen, wil men het niet accepteeren. De fout is dus, dat men in Indië niet in de gelegenheid zal zijn het moderne kanon van Krupp eenigszins te vergelijken met een modern kanon van een andere firma. De heer van Karnebeek heeft heden een brief voorgelezen van den vertegenwoordiger der firma Schneider, waarbij deze aanbiedt het kanon Schneider-de Hoer op haar kosten naar Indië te zenden en aan de beproeving te doen deelnemen. Ik vraag, welk bezwaar er tegen kan zijn om de firma Schneider, die een kanen zal produceeren, hetwelk ook door een Indisch officier ontworpen is, te doen concurreeren met het kanon Krupp Gooszen. Ik wil wel zeggen, dat ik, voor mij, van oordeel ben, dat in die concurrentie het kanon Krupp-Gooszen het winnen zal. Ik ben van oordeel en in dit opzicht verschil ik wellicht eenigszins van den geachten afgevaardigde uit Leeuwarden dat die proef waar schijnlijk zal uitvallen in het voordeel van het kanon Krupp-Gooszen, omdat de Schneiderconstructie op vele punten vermoedelijk zeer belangrijke afwijkingen zal verto men van de constructie, welke door Krupp saamgesteld is, en die natuurlijk zooveel mogelijk in overeenstemming is gebracht met do constructie van het veldkanon. Maar, gelijk de geachte afgevaardigde uit Leeuwarden hier in terrumpeert, dat zullen de deskundigen in Indië dan hebben uit te maken na een vergelijkend onderzoek. Iutusschen wil ik voor mij toch opmerken, dat men, als het een kleine bestelling geldt, de bezwaren, welke uit dat verschil in constructie voortvloeien, niet zoo licht moot tellen als bij een groote bestelling, liet is toch b. v. niet zonder beteekenis, dat de wissel stukken zoowel bij het een als bij het ander kanon kunnen gebruikt worden, ook omdat men dan daarvan geen dubbele hoeveelheid behoeft op te leggen. Maar in weerwil van dat vermoeden, sluit ik mij omdat ook ik de gevolgde methode niet geheel kan goedkeuren - aan bij de 2 vragen, welke de heer van Karnebeek heden tot den Minister, een weinig omzwachteld, heeft gericht en die ik nu meer recht streeks wil doen, nameliik wil de Minister uitstel overwegen of wil hij de uitzending van het kanon Schneider-de Boer bevorderen, ten einde dit aan de beproeving te doen deelnemen De heer de Waal Malefijt, Minister van Koloniën Mijnheer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 326