314 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT Door het Indische legerbestuur werd<m dan ook aan den heer Gooszen voor de uitwerking van zijn project als eisch gesteld een zelfde sluitwijze, eenzelfde affuiteonstructio en dezelfde richtmidde- len als bij het veldkanon. Ofschoon het Indische legerbestuur om deze redenen den wensch had te kennen gegeven, dat voor het uitwerken der ontwerpen van den heer Gooszen in de eerste plaats de keuze ware te vestigen op den leverancier van het veldgeschut, heb ik echter, ten einde hem in de gelegenheid te stellen een onbevangen oordeel te vellen over den stand van het vraagstuk van het verdeelbare kanon en van het eenheidsprojectiel bij° ver schillende fabrikanten, en om zelf te kunnen beoordeelen, waar hij den meesten waarborg zou vinden voor slagen bij de uitwerking van zijn denkbeelden, hem opgedragen een studiereis te maken naar de vijf voornaamste geschutfabrieken. Ik moet hier nog iets aan toevoegen Toen de heer Gooszen in Nederland kwam, waren ei vanwege mijn Departement twee ar- tillerie-ofticieren belast met het uitwerken van planneu voor het veld- en het berggeschut. Ik heb mij toen de vraag «esteld, of ik den heer Gooszen wel kou laten doen wat hem door de Indische regeering was opgedragen en tevens de beide heeren, die nu een maal aan mijn Departement werkzaam waren, met hun arbeid moest laten voortgaan, dan wel of ik tot die beide heeren moest zeggen, dat hun arbeid op dit punt geëindigd was en dat de heer Gooszen zich voortaan alleen zou bezighouden met een onderzoek naar de beste constructie van een bergkanon. En nu geloof ik, dat de geachte Vergadering zal begrijpen, dat ik den laatsten weg gekozen heb. Ik was van oordeel dat, waar het hier gold de keuze van geschut voor Indië, geen autoriteit ter wereld meer competent zou zijn deze quaestie te beoordeelen dan de Indische legerautori- teiten zelf. Ik was m die meening nog versterkt omdat ik wist hetgeen ook de geachte afgevaardigde uit Sneek in herinnering heeft gebracht dat drie zeer bekwame legeraanvoerders, die geacht kunnen worden op artilleristisch gebied autoriteiten te zijn met het project-Gooszen hun instemming hadden betuigd. Dit gaf mij te meer de vrijmoedigheid om den kapitein Gooszen, al had hij oo"k geen raadsman naast zich, aan den arbeid te laten gaan, en hem de verschillende fabrieken te laten bezoeken, om te zien welke daarvan hem het best zou kunnen helpen zijn project uit te voeren. "Wat was nu .in korte trekken het verloop dezer zaak? De conclusie, waartoe de heer Gooszen, na al die fabrieken te hebben opgezocht, gekomen is, is deze, dat de firma Krupp met haar nieuwste, eerst in Mei jl. voltooide en in Juli daaraanvolgende voor het eerst aan den heer Gooszen voorgevoerde constructie van een verdeelbaar draagbaar veldkanon en met haar laatste constructie van een eenheidsprojectiel, het hoogste standpunt inneemt, voor wat betreft stabiliteit in verband met het gewenschte ballistische vermogen, aansluiting aan het veldgeschut en uiiwerking en dat èn kanon èn projectiel na eenige wijziging geheel aan de door hem en met hem door het Indische legerbestuur gestelde eischen zullen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 330