ment luidt het verdrijven en achtervolgen eener Inlandsche bende, die zich moet ophouden in het heuvelterrein ten N. begrensd door de Tji Koendoelten Z. door de Iji Balagoeng D). Van de vooruitgeschoven Cavalerie werden achtereenvol gens de navolgende berichten ontvangen: Bij het deboucheeren van het gros uit Tjiranclji West werd vuur (enkele schoten) ontvangen uit Z. richting van hoogtepunt 190. De kampongs ten N. van de Tji Koendoel zijn tot Kamoerang verkend en onbezet doch verlaten bevon den. Ook de heuvels ten N. daarvan zijn onbezet. De over gang over de Tji Koendoel bij Nanggiioer is vernield; de ri vier is doorwaadbaar 4 d. M. water) doch de diep in gesneden steile oevers maken het overschrijden daarvan uiterst bezwaarlijk. Een afgezeten Cavalerieafdeeling vond de kampongs Mande en Leuwikadja onbezet en verlaten. Bij den Z. uitgang daar van (cötepunt 183) ontving zij vuur uit de waterleidingen in de sawah ten Z. W. daarvan en uit de richting van kg. Tjipoetri. Van af den Pr. Boeraha worden vele gewapenden waar genomen in de terreinstrook PasirhondjeSitoe. Versterkin gen zijn opgemerkt op den Pr. Pogor en de N. W. uitloo- pers daarvan. Ook daar worden geweerdragenden waarge nomen. De Pr. Tjabe schijnt onbezet te zijn; ook op den Pr. Parireu wordt niets bijzonders opgemerkt. De sawahs en waterleidingen ten N. van de Tji Koendoel zijn droog; voor zoover zulks is na te gaan is de toestand ten Z. dier rivier dezelfde. Wordt gevraagd. De maatregelen, welke bij ontvangst van bovenstaande be richten worden genomen zoowel voor denzelfden als voor den morgen van den volgenden dag. Voor zooveel mogelijk moe ten die maatregelen worden saamgevat in bevelen, waarop het tijdstip van uitgifte te vermelden. VERSTERKINGSKUNST. Ie Vraag (f uur) Veldverster king skunst). Geef met schetsen toegelicht door eene korte verklaring aan hoe muren, kampongranden, aardranden en droge sloo- ten door infanterie ter verdediging worden ingericht. INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 323 (1) Zijrivieren van de Tji-Taroem. Zie W. grens blad E. XVII.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 339