51 i n i t z a, j v1 (Uernolg Dan blz. 230). 1 Voor de Perven zag de toestand er anders uit. De Schu madija-divisie, die zooals we zagen den 16den Nov. deels in Kruschewo, deels in Wraptza stond, kreeg het uitdrukke lijk bevel om zich den 17den door het gebergte naar het slag veld te begeven. Daardoor kwamen in den avond van 17 Nov. te Powaliros alleen het 11e regiment en de cavalerie aan, totaal uitgeput door den vermoeienden marsch. De bij die colonne behoorende batterij bleef steken en sloot zich eerst den 18den weder daarbij aan. Het 10e regiment met 2 bat terijen en het 12e met 1 batterij waren nog verachter. Het is onduidelijk, waarom het de Schumadija-divisie niet vergund werd, door het dal der Lukovitza op te rukken. Langs dezen vrij goeden weg had de divisie zeker het slagveld eerder bereikt. De hoofdcolonne der Morawa-divisie kwam den 17den om 2 uur N.M. te Bresnik aan; de bataljons, die het Glagowitza-dal hadden gevolgd, arriveerden daar eerst des avonds te 6 uur; het le regiment met 1 batterij, die bij Kalumnitza hadden gevochten, waren nog ver achter. Hoewel de Serven dus op het slagveld zelf slechts 3 ba taljons en 1 eskadron versterking hadden gekregen, was hun toestand voor den lSden toch niet ongunstig. De Donau- en Drina-divisiën stonden tegenover 1. en r. vleugel der Bulgaren in vrij gunstige opstellingen de Schumadija-divisie stond met een deel op 6 K. M met de rest op 12 a 16 K. M. van den Bulgaarschen 1. vleugel, de Morawa-divisie stond met 6 ba taljons, 3 batterijen en 1 eskadron op 12 K. M. daar vandaan. Bij krachtig optreden moest het dus kunnen gelukken vóór den middag van 18 Nov. den Bulgaarschen 1. vleugel te doen omvatten door 16 bataljons en 7 batterijen, terwijl de Drina en Donau divisiën met de cavalerie brigade in front optraden. Bevelen in dien geest werden ook wel gegeven, doch de Drina-divisie zou den l8den nader aan de Donau-divisie aansluiten en de Schumadija-divisie zou het 10e regiment I. T. M. 1911. 22

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 347