Wel zegt de heer Van der Burg nog ergens „Merkwaardig
zijn in dit opzicht de cijfers in periode 1, toen de paarden een
voor een troepenpaard normaal ration 25 K.G. gras en 5 K.G.
padikregen, en resp. 11,9 en 16,8 gram kalk in het lichaam
achterbleef," doch de heer Van der Burg heeft blijkbaar geheel
over het hoofd gezien, dat het hier bedoeld ration wel in
zijne hoeveelheid normaal was, doch niet in zijne chemische
samenstellingPeriode 1 liep toch van 28 t/m 27 September.
Uit de toelichtingen van Dr. Dekker blijkt, dat op den
vierden dag, i.e. den 26en September dat voedsel werd ge
analyseerd. Nemen we nu tabel 2 van het werk van Dr.
Dekker voor ons dan zien we, dat juist dien dag werd ge
vonden 0.67% CaO in het gras, terwijl dat cijfer bij de an
dere periodes bedroeg: 0.42, 0.54, 0.59, 0.48, en 0.50. Dus
nog al een vrij belangrijk verschil, waaruit weer eene lo
gische conclusie is te trekken en wel de volgendehet ration
van 25 KG. gras is voor onze paarden voldoende, indien
het gras van eene dusdanige samenstelling is, dat het in
watervrije stof 0,67% CaO bevat.
De onderzoekingen van den heer Dekker hebben ons echter
doen zien, dat het gemiddelde van 26 monsters uit verschil
lende garnizoenen slechts 0,55% gaf. Opmerkelijk is, dat het
gemiddelde van vier monsters uit Koeta-Radja 0,73 bedraagt.
Men zou daaruit mogen opmaken, dat te Koeta-Radja bij nor
maal ration geene ontkalking zal optreden. Vermoedelijk zal
men daar geen osteomalacie vinden.
Ook Soerabaja bevindt zich blijkbaar in een vrij gunstigen
toestand. Uit twee monsters van dat garnizoen vindt Dr.
Dekker resp. 0,55 en 0,85%. Wel is het jammer, dat slechts
twee monsters werden onderzocht, doch het hooge gehalte
van het eene monster (0,85) wijst er toch op, dat in Soerabaja
gras wordt gevondeD, dat vrij rijk is aan kalk. En bij het
eskadron te Soerabaja wordt, naar ik hoor, geene osteoma
lacie gevonden.
Het wil mij voorkomen, dat de heer Van der Burg de
studie van den heer Dekker niet duidelijk heeft begrepen.
Zoo zegt hij: „Zegt Dr. Dekker op bldz. 97, dat de reden
„van de spaarzaamheid met de kalk van onze paarden nl.
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
23