beslissing in gunstigen zin voor den verdediger te noemen een offensieve geest van leiders, aanvoerders en troepen, een geest, die thans ons leger tegenover den I. Y. tenminste in hooge mate bezielt en die behouden dient te blijven. Al mogen we er niet op rekenen, dat de leiding bij onze tegenstanders even slecht zal zijn als bij de Serven in 1885, evenmin hebben we ons die leiding voor te stellen als ideaal en we zullen ook van onzen tegenstander groote fouten hebben te wachten, waarop we voorbereid moeten zijn, om er ge bruik van te maken, zelfs om ze uit te lokken. De aanval op een uitgestrekte stelling in bergland geeft aanleiding tot die fouten, al zijn ze niet zoo grof als die der Serven om daarvan partij te trekken is noodig een krachtige offensieve geest in de verdediging, want tegenover een vijand, die slechts lijdelijk verdedigt, zijn fouten onschadelijk. Wij kunnen in dezen aan de Bulgaren een voorbeeld nemen, soms zelfs schijnt het bij hen, of de verdediger den rol van aanvaller heeft overgenomen echter zien we steeds de Bul garen na een partieele overwinning wederom terugkeeren tot hun oorspronkelijke stellingen. Dit is volkomen te begrijpen voor een verdediger, die de tegenpartij sterk overmachtig waant, en daarom vreest bij een te ver doordringen 's vijands reserves spoedig in groote getalsterkte tegenover zich te zien, terwijl hij zelf nog niet al zijn krachten heeft kunnen samentrekken. Ieder succes wordt dan slechts beschouwd als een voorbereiding tot de beslissing, die wordt uitgesteld totdat alle beschikbare troepen zijn vereenigd. We mogen ons ook wel als een les voor oogen houden, dat het winnen van terrein niet altijd als het grootste voordeel van een gelukkig gevoerd gevecht moet worden aangemerkt, dat de grootste winst dikwijls is gelegen in bet stijgen van het moreel der eigen troepen en het dalen van dat des vijands, dat we ons daarom dikwijls met geringe voordeelen tevreden kunnen stellen, indien een verder voortgaan het verkregen succes weer in de waagschaal zou stellen. Wat m. i. dezen slag ook zoo merkwaardig maakt, is het veelvuldig voorkomen van flankaanvallen, niet alleen van 346 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 364