c. Opbrengen van een of meer arrestanten (voor het bijten kunnen tot 5 punten worden afgetrokken). 10 d. Verdedigen van den geleider zonder bevel. 10 e. Stellen van een vluchtend persoon, loslaten op bevel (voor het bijten van een stilstaand persoon kunnen tot 5 punten worden afgetrokken) .15 f. Stok- en schotvastheid 10 g. Op signaal of roepen hulp verleenen aan den ge leider 15 Totaal 80 Af deeling I. Het volgen vrij aan den voet ging over 't al gemeen vlot, het afleggen ook, waarbij de geleider voor eeni- gen tijd onzichtbaar bleef. Toch vertoonden verscheidene hon den neiging om te gaan zien, waar de meester gebleven was, in elk geval om angstvallig in de richting te blijven kijken, waarin zij hem het laatst hadden zien verdwijnen. c en cl was moeilijker. Bij de eerste poging volgde een heftig aanblaffen van den verleider, met althans bij ver scheidene een uitkijken in de richting, waar de geleider ver moed werd te zijn gebleven. Er werd strijd gevoerd in het hondenlichaam tusschen de geleerde theorie en de bekende lucht van het stukje worst en ik zag er meerdere, die na de belooning voor hunne weigering en in afwachting van de volgende proef toch nog even moesten snuffelen waar die lekkere stukjes gebleven waren. Vertrouwbaar waren m.i. dus deze proeven niet. Het aanbie den van een stukje worst of het laten liggen van een kluifje naast zijn rustplaats voor dat oogenblik (d.i. tijdens de korte proefneming) is niet voldoende om zeker te zijn, dat die hond de verleiding langer bijv. 10 a 20 min. zal weerstaan. En we weten het, dat afgerichte honden het eerst zullen bloot staan aan vergiftiging middels zoo iets en dus alle aandacht moet besteed worden aan de proef omtrent de betrouwbaar heid ter zake van dit punt. Gelukkig waren er enkele exemplaren die mij den indruk gaven zoo afgericht te zijn, dat zij er niet aan dachten, dat voedsel aan te raken. 358 INDISCH MILITIAR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 376