aan, dat zulke echte natuurmenschen, als ik daar in de bos-
schen aantrof nog een fijnen neus hebben.
Men zal mij tegenwerpen, dat ingevoerde honden in Indië
hun „neus" verliezen. Ik spreek dit tegen, in zooverre, dat
men als tijdstip van waarneming moet uitschakelen, de periode
dat de hond het acclimatisatie-proces doormaakt. Het is
volstrekt niet onmogelijk, dat waar de mensch zich in dien
tijd erg onbehagelijk kan voelen, het dier ook daaronder lijdt
en zijne organen zich niet zoo krachtig toonen als anders, doch
er is geen enkele reden om aantenemen, dat, eenmaal gewend,
de hond niet meer zou kunnen speuren. Men vergete evenwel
niet, dat een ingevoerde hond nog aan veel meer moet wennen
dan aan het klimaat. Om maar iets te noemenaan alle vreem
de en eigenaardige geurtjes die het dier om zich waarneemt.
Zoo zal het verklaard kunnen worden, dat ingevoerde exem
plaren den weg niet dadelijk terug vinden, vooral als zij veel
zijn vastgehouden en weinig gelegenheid hebben gehad eens
kennis te maken met de omgeving. Uit den aard der zaak zal
de in Indië geboren hond dat gebrek niet hebben. Die is
opgegroeid in de omgeving en weet als huishond in den
regel heel goed de huisjongen of de kokki tusschen een troep
inlanders te vinden. Dat rashonden geen warm eten zouden
mogen hebben, om hun neus te bewaren, is ook al eens be
weerd. Fokkers opperden mij hun twijfel aan een dusdanigen
invloed van warm of koud eten. In de lectuur heb ik ook
nog geene bevestiging dienaangaande gevonden.
Punt e. bijzonder belangwekkend gaf niet die voldoe
ning, die ik ervan verwacht had. Bij deze belangrijke proef
snelden verscheidene honden het doel voorbij, enkele snuffel
den erom heen, een heel enkele ging blaften en bleef op de
plaats tot de geleider kwam.
Af deeling 111. Yoor militairen bevatte deze afdeelingook
weer eenige spannende proeven. Jammer, dat er over het al
gemeen en dit heeft betrekking op het geheele concours, meer ge
daan was aan de africhting voor den wedstrijd dan voor de prak
tijk. Nu is dit bij de lagere politiemannen te verontschuldigen..
Yoorloopig kan de hond hen op deze wijze nog wat opbrengen,
360
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT