Er was één hond, die zeer goed werk deed. Een 10 tal man schappen waren in een groot duinterrein verspreid neergelegd en moesten opgezocht worden. Een revierde uitstekend, doch riep niet genoeg de aandacht van den geleider, als hij een gewonde vond. Een andere moest door den geleider telkens in eene andere richting gezonden worden, (deed minder speur werk uit zich zelf) doch gaf uitstekend luid. Hier bleek het nadeel van het gebruik van politiehonden. In Afdeeling I proef i. (schotvrijheid) wilden de politiehon den dadelijk op den „boef" los. Het zat hem in 't bloed om bij het hooren van een schot dadelijk te denken aan een aan rander, die hen of „de baas" te lijf wil. Eij de africhting van de politiehonden is dat de helper in het boevenpak, wien ze naar hartelust mogen aanvallen en bijten. Dit mocht hier niet. Een der deelnemers, ik meen „Breston", geen politie hond, bleef zich stil houden en blafte niet bij het schot. Waarom ze „jachtvrij" moeten zijn is duidelijk. Zoodra een hond, neiging toont om te gaan jagen is hij onbruikbaar voor het speciale doel. Bij deze demonstratie waren ook buitenlanders o.a. een lui tenant van het Belgische Leger, als vertegenwoordiger van de Belgische Ver eeniging. Deze laat geen politiehonden toe, niettegenstaande ze daardoor een nog betrekkelijk gering aantal leden heeft. Doch ze houdt voet bij stuk en de vertegenwoordiger wees mij juist op de ondoelmatige eigenschappen van den politie hond. Eene aandachtige vergelijking van de eischen voor bei de wedstrijden doet het den oningewijde ook van zelf zien. Houden we alleen al het doel in 't oog, dan is het duidelijk, dat de politiehond steeds op aanval en afweer moet bedacht zijn; de Roode Kruishoud alleen moet speuren en waarschu wen, ongeacht wat er verder gebeurt. Onder de toeschouwers bevond zich ook Major Richardson, gewezen officier van het Engelsche Leger, thans speciaal bezig met de levering van voornamelijk politiehonden. Volgens hem wordt bij het Engelsche Leger nog weinig gedaan aan het gebruik van honden. Men heeft er wel eens proeven mee genomen en er ook aangeschaft, doch de ware belangstelling INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 3G5

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 383