komt er toch op aaD, om gezet te overwegen, wat wel, wat niet geleerd mag worden daarna vooral het hoe en dan het wanneer. Met den schrijver zelf eenige malen een onderhoud hebbende over het hondenvraagstub, vond ik gelegenheid 't een en ander op te teekenen, reeds hier en daar vermeld in zijn boekje, vermoedelijk ook wel in dat van Jhr. Meijer (De Oorlogshond), dat ik nu zal geven, als losse aanteeke- ningen, doch tevens als puntjes opgegeven door iemand, die in 't kort nog eens de aandacht wilde laten vallen op hoofd zaken. „Welk soort van hond zou U me aanraden voor wacht-en waakdienst?" „In ieder geval geen honden met een passie, zooals bijv. jachtlust of een hond, die steeds maar in het water wil". „Wat denkt U van de Airdale „De Airdale is een harige hond, die tweemaal per jaar moet geplukt worden a. w. z. hij heeft hard bovenhaar en een zach tere onderwol (tegen het water). Dat dikke haar groeit snel, gaat uitsteken, zoodat hij 2 maal als een does wordt, ja als een beer. Nu valt dat haar wel uit, maar heel langzaam. Daarom moet de hond geplukt worden en dat is een bezwaar. Het veroorzaakt extra onderhoud, dat indien het wordt ver onachtzaamd, het dier ten nadeele komt. Yerder is een ander bezwaar hun jachtpassie". Nu was me dit al opgevallen tijdens de proeven te Batavia, waar ook een nog zeer jonge „Airdale" in opleiding was. Moedig, flink op een verdacht geluid afgaande, verloor hij zijn aandacht voor een kansje om te kunnen jagen, bijv. op een leguaan. Tegen den Duitschen staanden hond was een ander bezwaar. Deze soort honden heeft last van klapooren. Wat toch is het geval. Open ooren zijn meestal dicht bezet met haren, zoodat insecten er moeilijk in kunnen. Anders is bet geval, als over het oor een klep hangt. De beschermende inwendige haargroei ontbreekt voor een goed deel, omdat de klep er is, die de schelp voor een goed deel afsluit. Daardoor gaat evenwel gauw het inwendige broeien en jeuken. Nu be hoeven het nog niet eens insecten te zijn, maar kan bijv. oorvuil, reeds jeuk veroorzaken. De hond kan er niet bij en 368 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 386