gaat dus klappen. De kleppen zijn evenwel zacht en dun, zoodat er al spoedig wat bloed uitkomt. Dan vormen zich korstjes, die ook gaan jeuken, en weer aanleiding geven tot klappen, ja veel schudden, zoodat nu ook aartjes gaan springen en de hond ten slotte een bedorven oor heeft. Dit is o. a. een reden, om dergelijke ooren in de jeugd der dieren te coupeeren. Evenzoo is het meedragen van vuil aan te lange staarten en de kans op verontreiniging en ontsteking daarmee, een dei- redenen voor het coupeeren van dit lid. Karbouwenluizendezelfde als de schapentekenworden aan getipt met een druppeltje benzine of terpentijn, maar nooit uitgetrokken. Zij laten van zelf los en moeten dan verbrand worden of in kokend water gelegd, om elk spoor van nako melingschap te vernietigen. In een handboek vond ik evenwel, dat men met een haartangetje ze wel handig kon uittrekken of als ze te vast zaten, maar moest doorknippen, om ze da- dadelijk in handen te hebben en te voorkomen, dat de zich door terpentijn of olie, loslatende diertjes op den bodem vallen en niet geheel vernietigd worden. De kleine bloed- plekjes worden dan even ontsmet en ooren en voeten daarna flink gereinigd. In het zelfde handboekje las ik ook, dat bij het schoonmaken en desinfecteeren van de hokken vooral gelet moest worden op de zoldering of het dak, als de plaats waar de teken zich bij voorkeur ophouden. Ik moet eerlijk bekennen tot nu toe meer aan den bodem, dan aan de zol dering gedacht te hebben. Overigens is er niets aan te doen, dan nazien en nog eens nazien. Mocht te eeniger tijd het hondenvraagstuk van des kundige zijde worden ter hand genomen, dan zullen misschien nauwlettende waarnemingen meer licht verspreiden omtrent de bestaansvoorwaarden van deze insecten en de vraag welke bodemgedeelten gunstig voor de voortleving zijn en welke niet. Dit naar aanleiding van een klacht, die ik van een dei- africhters kreeg, nl. dat zijn terrein vol van dat ongedierte INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 369 We kunnen gerust zeggen, dat dit laatste het meeste wordt gedaan. De »Ke- bon" doet dat al meestal ongevraagd, een haartangetje heeft haast iedere inlander bij zich, alleen op desinfectie van de wondjes moet streng gelet worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 387