zat. 't Was mij een raadsel waarom in dat terrein meer te- keD zouden zitten, dan in een ander, waar precies hetzelfde groeide. Ik vermoed evenwel, dat zijn eigen huishonden en dus ook zijne localiteiten meer geïnfecteerd zullen zijn geweest. Daarbij komt, dat onze gegageerden, vooral de ouderen onder hen, niet de minste notie hebben van de beteekenis van des infectie en dus van de juiste toepassing. Ze meenen in hunne opvatting, dat een beetje gesprenkel met wat Carbolwater wel voldoende is, gedachtig aan 't geknoei met dat water in onze kazernes. De uitlegging van het hoe en waarom dringt niet meer tot hen door en zoo hebben we de plaag niet gron dig kunnen bestrijden, tijdens de meerbedoelde proefnemingen om Batavia. Keeren we nu weer terug tot de vraag, welke soort de meeste aanbeveling verdient. Volgens den Heer Kessler de Dobbeman-pincherook al weer een gekruist type, liever gezegd een product van zorgvuldige kruising, dat nu een nieuw soort is geworden met kort haar en een temperament, dat sterker is dan dat van den herdershond, waarvan het ras in Holland achteruit is gegaan, „verkenneld" zooals ze het wel eens noe men, waarbij ze schuchter zijn geworden en meer blaffen dan noodig is. Uit den Duitschen pincher en de Oud Wurtembergschen herdershond is nu in zwart en bruine kleuren de Dobbeman- pincher gekweekt, waarvan nu al sedert 30 jaren het ras con stant is. De hond heeft het temperament van den pincher, en het onvermoeide van dezen herdershond, maar is moeilijk te dres- seeren. Het type is droog, de ooren zijn goed schoon te hou den en het gebit is prachtig. Een andere vraag was, hoe de beste combinaties te maken voor den bewakingsdienst met het oog op bronstijd en trouw aan het huis. De ervaring heeft toch geleerd, dat, uit hoofde van den gezelligen aard van honden, het al geheel verkeerd is één hond afterichten voor het bewaken van een terrein of bouwwerk, waar hij niet vastligt, maar vrij in rondloopt. Bovendien vindt men zelden in één houd alle vereischte ei genschappen bijeen, zoodat men er van zelf toe komt 2 of 8 370 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 388