den opgewekt als hij er zelf niet op let. We hadden dit in
Batavia al spoedig erin, zelfs bij aanvankelijk vreesachtige ty
pen, die neiging hadden om als eerste beweging weg te rennen.
De Airdale-terrier week evenwel nooit en steunde het zelf
vertrouwen van de anderen. Nu komt het er op aan dat door
geene verkeerde handeling weer vrees wordt opgewekt en ook
dat er steeds wat is om de hond (en) te beloonen. Dan moet
de hond geleerd worden, dat van alle kanten wat kan komen,
omdat hij anders te veel in ééne richting oplet.
Bij deze oefening krijgt hij nu en dan eens een succesje
bijv. den helper op de vlucht te mogen jagen. Doch slechts
zoover als het domein is. Narennen moet dus belet worden,
't zij door terug roepen, 't zij door den langen lijn als 't eerste
niet voldoende helpt. Ik ga hier van de onderstelling uit, dat
dresseerband, lange en korte lijn bekende artikelen zijn voor
den hondenliefhebber, omdat ze onmisbaar zijn voor zelfs de
eenvoudigste methodische africhting.
De afsluiting van het erf moet natuurlijk zoo zijn, dat de
hond er niet zoo gemakkelijk doorheen kan, omdat men
het dier moeilijk kan leeren bijv. 50 m. te jagen en dan terug
te komen. Meestal zal een verdedigingswerk wel een gracht
hebben. Pikkeldraad alléén is een gevaar. Het dier ziét bet
niet, loopt er in en verwondt zich.
Op een werk waar het water geen hindernis was voor
een der honden en de heg talrijke doorgangen had, kreeg de
nog al eens uitbrekende hond een lichte, doch nog al lange
60 c. Mbamboe lat aan zijn halsband, juist in het
midden opgehangen. Nu ging 't doorkruipen van heggen niet
zoo gemakkelijk meer, terwijl het lichte latje den hond in
zijn gewone bewegingen niet hinderde.
Zoo is de africhting een voortdurende strijd in spitsvon
digheid, waarin ten slotte de dresseerder moet overwinnen.
De Heer Kessler is hierbij overtuigd dat de verhouding tus-
-schen mensch en dier op nog iéts ander gegrond is dan
eigenbelang, in tegenstelling met den schrijver van:
„Leitfaden für die Abrichtung des Polizei und Schützhundes
mit psycholochischer Begründungen, von Lt. a. D. K. Most. Kgl.
Polizeikommissar (Berlin W. 35. Kameradschaft). Deze gaat
372
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT