gebied nog zoo goed als niets gedaan is, dus een keuze moei lijk of uitgesloten bijft. Daarom zullen partiëele proeven niet die gegevens verstrekken, die noodig zijn, ook al weer of omdat de zaak niet voordeelig genoeg kan worden aangevat of omdat het arbeidsveld te gering is. En zullen in den aan vang veel honden sterven, mischien vergiftigd worden, en tal van andere moeilijkheden zich voordoen als bij elke nieuwe onderneming. Maar bij een ruimere opzet, zullen deze gemakke lijk worden overwonnen en tenslotte zal de onderneming slagen. Particuliere vereenigingen als bijv. die voor de Roode Kruis- honden zullen in Indië niet slagen; daarvoor is de europeesche bevolking te gering en te vlottend om blijvend de zaak te kunnen steunen en kan het bestuur van zoo'n vereeniging, waarin natuurlijk militairen zitten, uit hoofde van de vele mutatiën, niet lang genoeg aanblijven. Men is hier wel op 'n soort G-ouvernements instelling met vast personeel aangewezen, te meer waar deze diensten van den hond in de eerste plaats ten bate van het algemeen zijn. Hoewel de Begrooting uitwijst dat de verwachte reorgani satie van de Politie een zeer bescheiden omvang heeft, zal met de steeds toenemende eischen, die aan het Bestuur gesteld worden, het niet zoo lang meer duren of de Politie zal ook een opsporende taak krijgen, waarbij al van zelf voor de honden ook een werkzaam aandeel zal zijn. En al mag voor het Leger het groote binnenlandsche werk voorbij zijn, er blijft nog genoeg preventieven arbeid over, dan dat de hon den geen praktisch werk zouden kunnen doen. Maar men kan ze niet op commando hebben. Daarvoor is voor bereiding noodig. Met aankoop van enkele deugdelijke exem plaren in Europa, voorbereiding en africhting van plaatselijke aankoop in Indië, zullen wel twee jaren verloopen, alvorens een dresseerschool zal kunnen afleveren, doch eenmaal op dreef, dan zal het geregeld gaan. Wie nu met die honden zullen uitgaan, d. i. welke landaard, blijve voorloopig buiten bespreking. Natuurlijk alleen, die van honden houden als hun vrienden. Alvorens deze aanteekeningen te besluiten moet ik er nog 378 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 396