zichtbaar bleven en dan weer verdwenen, dus toepassing van
het principe van den juist snellen aanslag. We schoten met ons
twaalven (officieren) elk 10 patronen en hadden 12 treffers, dus
30%; volgens de berekening (staatjes van Weegewijs) konden
volgens de oude methode goede schutters 4% treffers bereiken,
dus enorm mooi en sprekend voor het principe van den juist
snellen aanslag. Te vreezen is het, dat, nu de nieuwe methode
in Holland heeft afgedaan, Indië eveneens wel zal volgen.
Des te meer jammer omdat een nieuw S. V. voor Indië samen
gesteld door Fabius, Bekker en Weegewijs al ter perse
was, ter vervanging van ons tegenwoordig voorschrift, wat
absoluut niet de nieuwe methode weergeeft, en daarom te
beschouwen is als een bruggetje om van de oude naar de
nieuwe schietmethode over te gaan.
Doch basta hierover, ik dwaal heelemaal af"
Ik heb hem, zooals men ziet, geheel zelf aan het woord ge
laten. Het groote nieuws dat hij er in mededeelt, is wel het
bericht van de combinatie Fabius-Bekker-Weegewijs om een
nieuw S. V. te construeeren, dat kan een prachtresultaat
geven.
Wie nu maar iets in dezen te zeggen heeft, we smeeken hem:
brengt ons de methode Fabius.
C. A. van Meeuwen,
le Luitenant der Infanterie.
Nadat dit opstel gereed was, bereikte me No. 11 I.M. T.
en wenschte ik hier nog enkele beschouwingen aan vast te
knoopen.
Het vraagstuk der Schietopieiding van den Heer W. Baljet,
is door genoemden heer heelemaal niet opgelost.
Nu eens een verwerpen van de methode Fabius, dan weer
een bejubelen van den .luist snellen aanslag.
Bladz. 1021 le alinea: Wie toch kan een oogenblik veron
derstellen dat een soldaat zal vuren op een doel dat hem in
het oog valt (d. i. de hoofdzin).
Deze opvatting is belachelijk zegt de Hr. Baljet.
Bladz. 1021 2e alinea. „Het zuivere Fabius schot op zich
zelf neem ik als mogelijkheid aan.
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
387