dat goed te praten wordt het kalkgebrek er bij gehaald en is de osteoraalacie uitgevonden. Ik geloof toch niet, dat men zal denken, dat mijne besliste meening uit eene dergelijke behoefte is voortgesproten. Ten slotte nog eene enkele opmerking. Sedert de laatste jaren zijn over het algemeen belangrijk grootere paarden aangekocht dan vroeger. Die grootere paarden hebben meer kalk noodig dan de paarden van geringere taille. Het gevaar voor een tekort aan kalk is daarmede de laatste jaren grooter geworden, zoo dat het nemen van beslist afdoende maatregelen urgenter is dan ooit. Dit geldt niet alleen voor de troepenpaarden, doch niet minder voor de Officierspaarden. Ik zou daarom iederen Officier willen aanraden zijn paard dagelijks te geven 25 KG. goed gras en b.v. 5 KG. kadjang- loof. Zonder veel moeite is dat in de meeste garnizoenen het grootste gedeelte van het jaar wel te krijgen. Voor alle zekerheid b.v. 4 of 5 keer in de week nog 20 gram voederkalk. De te nemen maatregelen voor de troepenpaarden moeten er op gericht zijn, dat een tekort aan kalk ondenkbaar wordt eerst dan zal men andere verwachtingen van de dieren mogen koesteren. Wanneer dan bereikt wordt dat de toestand van ons paardenmateriaal beter wordt en we langs dien weg komen tot een beslist noodig langeren diensttijd van onze leger- paarden, dan vergete men niet, dat wij zulks in de aller eerste plaats verschuldigd zijn aan den arbeid van Dr. Dekker. Groeneveld. Oud Majoor der Cavalerie. PadalarangNovember 1910. 28 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 40