nogmaals ouer picrinezuur en trotyl, KM fintwoord op het artikel Dan Kapitein 3. de Boer. uli De Redactie van dit Tijdschrift heeft de vriendelijkheid gehad mij op verzoek van den kapitein De Boer het vorenstaande ar tikel ter inzage te zenden, ten einde mij in de gelegenheid testel len, naar aanleiding daarvan eenige opmerkingen te kannen ma ken. Ik breng dan ook mijn dank daarvoor en zal van die gelegenheid gebruik maken. Eerst moet echter iets volgen naar aanleiding van de noot, door de Redactie gesteld op biz. 1H0 bij het vorig artikel over deze kwestie. Zij ver wees namelijk daarbij naar blz. 273 jaargang 1910, waar de voordeelen van trotyl boven picrinezuur besproken werden in het artikel: „Enkele gegevens omtrent het Indische Snel- vuurgeschut" van den kapitein A. F. A. Hoog. Dit overigens zeer interessant artikel bevat echter op genoemde bladzijde eenige onjuistheden, die hier aan een nadere bespreking onder worpen zullen worden. Er staat o.a.„Deze springstof (trinitrotoluol C6 H2 (No2) 3 CH3 ook wel trinol, trylit of tolite genoemd) vertoont in zooverre een opmerkelijke overeenkomst met picrinezuur (trinitrophenol C6H2 (No2) 3OH) dat zij noch door slagen of stooten, noch door wrijving tot onploffing is te brengen, en evenmin door een vlam tot ontsteking kan worden gebracht." Dat beide door slagen of stooten wel tot ontsteking zijn te brengen, blijkt uit de proeven onder het valtoestel, en ook door een vlam kan men beide langzaam doen opbranden. Verder volgt: „terwijl de kracht der ontploffing ongeveer dezelfde is, is de ontploffingssnelheid evenwel voor het doel (springlading voor brisante granaten) aanmerkelijk gunstiger te noemen." De kracht der ontploffing is niet gelijkdeze is uit de chemische formule, de vormingswarmten en de soortelijke warmte der producten te berekenen; men vindt dan dat de kracht, wetenschappelijker gezegd, de ontploffingsdruk bij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 419