420 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT Minister van Koloniën, dezen opening van zaken te doen en hem mede te deelen waarvoor hij nog eenigen tijd in Europa wilde blijven. Ik heb persoonlijk dat verzoek bij den Minister ondersteund op grond hiervan dat men op die wijze meerdere kanonnen zou kunnen krijgen. Thans is ook een naar de inzichten van een Indisch bergartillerist gebouwd, zoodat men later bij vergelijking natuurlijk meer kans heeft om datgene voor het Indische leger te kiezen, wat aan de allerhoogste eischen voldoet. De Minister erkende dat blijkbaar en heeft den heer de Boer gele genheid gegeven nog eenisen tijd te blijven om zijn project te doen uitwerken. .Naar mijn opvatting lag in die beslissing de wensch naar concurrentie opgesloten. Dit niet alleen Ook gedurende den loop van de onderhandelingen met verschillende fabriekeo heeft de meening bij de Indische regeering vooropgezeten om een dergelijke concurrentie te doen plaats vinden. In de brieven, welke uigegaan zijn, met name in den brief die is gezonden aan de firma Schneider, werd een beroep gedaan op de firma's om mede te doen aan een beproeving van berggeschut. De wensch werd verder uitgesproken dat de heer Gooszen, als hij zijn tournee maakte, in de gelegenheid gesteld zou worden keunis te ne men van het materieel dat in constructie bij haar was volgens de aanwijzingen van den heer de Boer. Wanneer die firma dat gedaan had, dan had volgens de inleiding van den brief van het Ministerie van Koloniën, de firma in aanmerking kunnen komen voor mededin ging. De firma heeft echter gezegd Ik wil gaarne een commissie ontvangen. Zij kan bij mij zien alles wat ik gereed heb de commissie kan ook het geschut zien dat enkele maanden geleden reeds gezien is door de commissie onder voorzitter schap van den chef der militaire afdeeling van het Departement van Koloniëo, maar rk vermoed dat zij daaraan weinig heeft. Laat zij dus wachten tot ik mijn materieel gereed heb, dat gebouwd wordt speciaal op de Indische eischen Maar wanneer men ons vraagt het materieel, dat in constructie is, te laten zien aan iemand ik voeg er bij, die vermoedelijk concurrent zal worden, dan kunnen wij daarin niet treden. Die opvatting moet ik geheel billijken. Wat blijkt dus uit dit schrijven, na de mededeelinz, die we nu van den Minister hebben gekregen, dat hij van meetaf het project-Gooszen wilde? Dit, dat men wel is willen gaan naar de firma Schneider om van haar te zien „l'état actuel" van den bouw van het nieuwe kanon en dat men van die bouwstoffen op een of andere wijze gebruik zou kunnen maken. De Voorzitter: U bedoelt toch niet, dat kapitein Gooszen daarvan gebruik zou maken De heer Thomson Mijnheer de Voorzitter! Ik bedoel precies wat ik zeg. De Voorzitter: Het is anders op het randje af. Ik heb er geen aan merking op willen maken, dat u langer dan tien minuten spreekt, ik begrijp, dat dit thans niet anders kan, maar ik zou u toch willen ver zoeken u zooveel mogelijk te bekorten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 438