424 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT dat de firma Schneider dezen zomer heeft aangeboden om een kanon van haar fabricaat in Indië te doen beproeven, maar blijkens haar brief, is dat een bergkanon van het bekende lype. Immers zij schreef: „Si cependant l'artillerie coloniale néerlandaise se voyait une urgence spéciale a prendre, dès maintenant, une decision de principe pour le choix d'un nouveau materiel de montagne, sans attendrela disponibilité du modèle a grande ■puissance actuellement en preparation pour les lndes néerlandaises, nous serions disposés a mettre a sa disposition, pour participer a un concours comparatif, soit en Hollande soit aux lndes, un des matériels survisés avec munitions en prenant a notre charge le prix des munitions et les frais d'essais." De geachte afgevaardigde heeft er niet op gelet, dat niet gedoeld werd op een oud kanon, maar op een kanon van de nieuwe constructie, zooals wij noodig zullen hebben. De heer Thomson: Maar zoudt u kunnen onderstellen, dat de firma Schneider zeker kanon kosteloos beschikbaar zou stellen voor proefne mingen en niet een ander kanon, speciaal op Indischeeischen gebouwd? De heer de Waal Malefijt, Minister van Koloniën: Het gaat hier eenvoudig om de vraag, of de voorstelling door den Minister gegeven, juist is of niet. De heer ThomsonHet gaat om de vraag, of men geweten heeft, dat de firma Schneider op eigen kosten een kanon naar Indië zou willen zenden. De heer de Waal Malefijt, Minister van KoloniënIk zal verder gaan met mijn rede, en dan zal het verband, van hetgeen ik gezegd heb, nog duidelijker worden. De heer Thomson is zijn rede aangevangen met te zeggen, dat in 1901 naar Indië verschillende kanonnen zijn gezonden, die later ge bleken zijn onbruikbaar te wezen. Ik laat nu daar of die voorstelling van zaken juist is, maar ik wil er alleen op wijzen, dat, wanneer dit heeft plaats gehad, de Minister dan toch niet beschikt heeft over een post zonder de Kamer daarin te kennen, aangezien door de Kamer toen wel degelijk gelden zijn gevoteerd om geschut naar Indië uit te zenden. Ik wensch thans een enkele opmerking te maken over een quaestie die hier telkens ter sprake is gebracht, maar niet geheel tot ophelde- ring is gebracht, nl. de geschiedenis van het kanon-de Boer. De heer de Boer is van Maart 1907 tot 1 Januari 1910 bij het Departement van Koloniën gedetacheerd geweest. Gedurende dien tijd heeft hij nooit een project van een bergkanon ingediend. Door den secretaris generaal is hem, toen de heer Gooszen reeds in Nederland was aan gekomen, gevraagd of hij een dergelijk project had en daarop heeft hij ontkennend geantwoord x). Ook na afloop van die detacheering ^1 P_e Kapitein de Boer deelde ons mede, dat aan het Departement van Koloniën reeds halt November 1910 het bestaan van een project-de Boer bekend was. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 442