434 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT verwapening mede zal brengen. Ik heb voorgesteld het artikel te verminderen met f71450, terwijl de geheele uitgave voor de uitzending bedroeg f 86000. Ik heb namelijk gelegenheid willen geven om in de behoefte te blijven voorzien door de geregelde uitzending van re volvers. Daarom heb ik niet het geheele bedrag willen schrappen. Wanneer het amendement wordt aangenomen zal in de bewapening dus geen hapering worden gebracht Men kan echter in de Memorie van Antwoord lezen, dat die f86000 dienen om „een begin te maken" met de geleidelijke vervanging van de in gebruik zijnde revolvers. Men kan dus zeker zijn, dat in de toekomst verdere termijnen zullen wordeu aangevraagd en zullen moeten worden gevoteerd om de geheele verwapening te doen plaats hebben. In de dagbladen kwam voor een mededeeling, aan de Java-Bode ontleend, luidende „Door het legerbestuur is besloten de revolvers te vervangen door parabellum-pistolen, welke matregel om de kosten wat te verdeelen, in het tijdvak loopende tot 1916, geleidelijk zal worden ten uitvoer gelegd. De bereden artillerie is het eerst aan de beurt en kan in de tweede helft van 1911 haar parabellum-pistolen verwachten." Het bedrag, dat aanvankelijk f86000 is, zal in de toekomst zeker enkele tonnen beloopen. Tegenover dat hooge bedrag staat de twijfel of het wapen zal voldoen, niet weggenomen door gegevens, en de zekerheid, dat de revolver, die op het oogenblik in de bewapening is opgenomen, ook blijkens in de stukken afgelegde getuigenissen, voldoet aan de eischen die er aan kunnen worden gesteld. Het amendement wordt ondersteund door de heeren de Meester, Roodhuyzen, Hubrecht, de Jong en Coiijn, en maakt derhalve een onderwerp van beraadslaging uit. De heer Coiijn Mijnheer de VoorzitterHet amendement, dat ik zooeven heb ondersteund, ten einde het den pas tot behandeling niet af te snijden, kom ik thans bestrijden. Ik laat geheel de vraag in het midden, of er nu in het algemeen een bepaalde urgentie bestaat om op het oogenblik een aanvrage te doen voor de aanschaffing van een nieuw model handvuurwapen, maar de argumenteering van den geachten afgevaardigde uit Leeuwarden, ter aanbeveling van zijn amendement, heeft mij allerminst overtuigd van de wenschelijkheid om de aangevraagde gelden te schrappen. In de eerste plaats heeft het Indische legerbestuur, na uitvoerige en langjarige proefnemingen te velde, dit voorstel gedaan, dat nu door den Minister is overgenomen. En nu heeft die geachte afge vaardigde ons zooeven wel allerlei argumenten daartegen doen hooren, maar ik wil er toch de aandacht op vestigen, dat het niet bijzonder krachtige argumenten zijn, wanneer die geachte afgevaardigde ter bestrijding van het parabellum-pistool ons een critiek op het Browning- pistool voorleest uit het boek van den heer Kempees. Ik meen den gedachtengang van den heer Thomson echter wel begrepen te hebben, Hij heeft die critiek vermoedelijk aangevoerd, omdat het Browning pistool en het parabellum-pistool beide vuurwapenen zijn van ongeveer hetzelfde type. Ik zou hiertegenover echter deze verklaring willen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 452