INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
435
stellen, dat ik persoonlijk gedurende vele maanden een Browning-en
een parabellum-pistool gebruikt heb niet in de Kamer, zooals hier
naast mij wordt gevraagd, maar te velde dat ook meerdere officieren,
die onder mijn bevelen dienden, met zulk een handvuurwapen gewa
pend waren, en dat, terwijl ik op het Browning-pistool altijd veel
critiek heb gehoord, het parabellum-pistool zeer heeft voldaan in alle
gevallen, die mij dienaangaande bekend zijn.
Waar nu het legerbestuur een voorstel doet en er op aandringt dit
nieuwe handvuurwapen bij het leger in te voeren, waar het hier
volstrekt niet geldt een quaestie, zooals wij zooeven hebben gehad,
waarbij vergelijkende proeven noodig zijn om een doeltreffende keuze
te kunnen doen, geloof ik, dat aanneming van het amendement van
den geachten afgevaardigde uit Leeuwarden geen aanbeveling verdient.
De heer de Waal Malefijt, Minister van Koloniën De geachte af
gevaardigde uit Leeuwarden, die dit voorstel heeft bestreden, heeft
voornamelijk zijn kracht hierin gezocht, dat het voorgestelde wapen
niet genoeg stopping-power zou hebben en hij heeft er den Minister
een verwijt van gemaakt, dat hij dit punt niet duidelijker uiteengezet
had.
In de Memorie van Antwoord heb ik letterlijk de beoordeeling op
genomen van het legerbestuur over het parabellumpistool. Beter kon
ik toch niet doen. Het legerbestuur heeft niet alleen verklaard, dat
het parabellum-pistool een even groote stopping-power bezit als de
revolver, maar zelfs, dat die stopping-power grooter is. Aan de mili
taire afdeeling van het Departement heeft men mij nog nadere informaties
daaromtrent verstrekt. Ik heb het voorrecht daar op het oogenblik
een officier te hebben, die zelf deelgenomen heeft aan de beproeving
van dat parabellum-pistool.
Vóór ik de gegevens, die ik daaromtrent heb ontvangen, mededeel,
zij het mij geoorloofd, op te merken, dat uit mijn straks gesproken
woorden allerminst de conclusie'mag worden getrokken als zou mijn
persoonlijk vertrouwen in de betrokken afdeeling van mijn Departement
eenigszins zijn geschokt. Dit is in geen enkel opzicht het geval.
Mijnheer de Voorzitter Ik zeg dit, omdat mij gebleken is, dat een
van de geachte leden, die zooeven mijn rede hebben gehoord, daarin
eenig wantrouwen meende te beluisteren. Die indruk is absoluut
onjuist geweest en om dat lid daaromtrent niet in twijfel te laten,
wil ik dat nog eens duidelijk uitspreken.
Nu kan ik aan de Vergadering mededeelen, dat er in Indië uitge
breide schietproeven zijn genomen om de stopping-power van een
browning-revolver te vergelijken met die van het parabellum-pistool.
Allerlei materialen werden daarbij gebruikt, o. a. zakken van ver
schillend weefsel, gevuld met zand, natte aarde enz., boomstammen,
planken op verschillende afstanden gesteld en dergelijke zaken meer.
Bij al die proeven werd vastgesteld, dat het parabellum-pistool meer
stuitende kracht had dan de revolver. Wat meer is, dat parabellum
pistool is niet alleen maar op de even aangegeven wijze beproefd,
maar is ook verstrekt aan de troepen op Celebes en heeft volgens het
rapport van den legercommandant te velde uitstekend voldaan. Het