436 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT wordt te velde ook gebruikt door officieren die ziek dit wapen voor eigen rekening hebben aangeschaft. De legercommandant heeft juist op die gronden met kracht en klem de aanschaffing van het wapen aanbevolen, ook wegens zijn groote waarde voor handgemeen. De Vergadering zal begrijpen, dat, waar het leger in Indië dikwijls ver plicht is met een handrol manschappen te trekken door onherbergzame wildernissen en plotseling kan worden gesteld voor handgemeen, de Minister geen vrijheid heeft kunnen vinden om dat verzoek af te wijzen. Ik hoop, dat de geachte afgevaardigde naar aanleiding van hetgeen ik gezegd heb er toe zal worden gebracht mede te werken, dat ook de Kamer aan dezen post haar goedkeuring hecht. De heer Thomson Mijnheer de Voorzitter Nogmaals, het is heel goed mogelijk dat, indien de Minister de uitgebreide gegevens, die hij naar zijn mededeeliug heden aan zijn Departement heeft ontvangen en die ook vroeger te zijner beschikking hebben gestaan, had over gelegd ter griffie, zoodat wij ze hadden kunnen bestudeeren, mijn amendement achterwege zou zijn gebleven. Ik kon alleen oordeelen op grond van de gegevens die ik ter beschikking had. De Minister zeide dat er uitgebreide schietproeven zijn genomen op planken, vlechtwerk en ander materiaal en dat daarbij gebleken is dat het vernielend vermogen van het parabellum-pistool grooter is dan van het browning-pistool. Ik spreek dit absoluut niet tegen. Ik beweer alleen dat wij noch van het browning-pistool, noch van het parabellum pistool zekerheid hebben dat zij voldoende buitengevechtstelle nd vermo gen hebben. Dit is de hoofdreden waarom ik deze aanvraag bestrijd. Op grond van die materiaalproeven wordt geconcludeerd, dat het wapen voldoende stopping power bezit. Dit weerspreek ik ten stelligste. Laat de Mi nister komen met het bewijs. Ik kan de zaak met een voorbeeld duidelijk maken. Wanneer men iemand een stomp geeft met de vuist, dan kan men hem, ook zonder veel „trefenergie", toch gemakkelijk buiten gevecht stellen, hetzelfde als men hem met een breed voorwerp, een paal of iets dergelijks een duw toebrengt. Wanneer men echter gebruik maakt van een klein projectiel dat zeer veel snelheid heeft, dan leert de ervaring dat men daarmee iemand kan doorboren, zelfs zonder hem neer te vellen. Het is niet een quaestie van trefenergie alleen, er zitten veel meer factoren aan vast. Dat is de zaak waarom het gaat. Ln ik mag categorisch vragen noem mij de gevallen waaruit blijkt dat met het aangevraagde parabellum-pistool een vijand be hoorlijk buiten gevecht is gesteld. Proeven op materialen, zoo min als op lijken of op dieren beteekenen iets in dit opzicht, want het is gebleken ik zal daaromtrent geen aanhalingen doendat uit proeven door deskundigen op lijken en dieren genomen, gevolgtrekkingen zijn gemaakt, die bij het schieten in den oorlog volstrekt niet zijn bewaar heid. Uitgebreide mededeelingen ten aanzien van het geweer van klein kaliber staan in dit opzicht ten dienste. Dit feit staat thans onaangevochten. Ik herhaal dus mijn categorische vraag aan den Minister en aan den heer Colijn vraag ik evenzeer: Geef mij aan bij welke gelegenheid

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 454