staat, van-zelf-sprekendde werving in Holland zal dus op de eene of andere wijze bevorderd moeten worden. Tot het verkrijgen eener deugdelijke Europeesche macht rekent men dus op: a... de leger-reserve, welke feitelijk nog niet bestaat; b... de uitkomsten der werving, welke steeds minder wor den en c... de aanvulling van bet ontbrekende door een militie- leger, in Indië te recruteeren, of door het zenden van Hol- landsche miliciens gedurende achttien maanden naar In dië. Als we de uitkomsten van het onder a. en b. genoemde eens nagaan, dan moeten we ze op zijn minst hoogst onbe vredigend noemen. Wel spreekt de Minister van Koloniën in het laatste begrootingsdebat op optimistischen toon over den toeloop tot de reserve, omdat er in 1904 48 personen bij waren gekomen, doch zoolang deze reserve geen sterkte heeft, waarmee werkelijk rekening gehouden moet worden, is haar bestaan eene bespotting! En hoewel minder merkbaar, toch gaat het met de wer ving denzelfden weg op; nóóit meer geeft ze, wat van haar verwacht wordt. Dat dit een verblijdend teeken mag ge noemd worden met het oog op de volkswelvaart in Neder land, wil ik niet grif beamen, daar het aantal klachten over werkeloosheid steeds toeneemt. Eerder is 't aan te nemen, dat de stroom van werkzoekenden zich richt naar het bui tenland;.... toch denkt bijna geen van hen eraan een be staan te zoeken in Indië! De jongeman die, het leegloopen moede, teekent voor koloniaal, wordt zelfs in den gering- sten burgerstand aangezien als een uitgestootene, een verlo rene, die als het ware uit de maatschappij is verbannen. De oorzaak van dit begrip is in de eerste plaats nog wel de nawerking der vroegere opvatting, dat alles wat in Hol land niet wilde deugen, nog goed genoeg was voor de kolo niën; doch óók voor een groot deel de schandelijke onwe tendheid, waarin de Durchschnitt-Nederlander verkeert ten opzichte van alles, wat Indië betreft. Op school worden de hoofden steeds meer volgepropt met allerlei nuttelooze bal- 448 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 468