den of geschapen kan worden, waarin een Hoilandseli werkman,
mits met werkmanseischen, een behoorlijk bestaan kan hebben.
Het is echter begrijpelijk, dat het den soldaat, die gedu
rende verscheidene jaren iedere aanraking met de burger
maatschappij heeft verloren, niet mogelijk is, zelf een goed
bestaan te vinden. Willen we dus in dit opzicht iets bereiken,
dan moet hem de behulpzame hand geboden worden, en weer
is het de Regeering, die hierin het meeste kan doen. Het
voordeel, dat in deze regeling voor het land is gelegen, is
immers zeer groot, doordat op krachtige wijze wordt gestre
den tegen een euvel, dat ik in den beginne reeds noemde:
de zeer slechte uitkomsten van werviug en reserve. Maar
daarenboven wordt ook een meer algemeen belang gediend
door het ontstaan van een werkenden stand, die ruggegraat
van iedere welgeordende maatschappij, welke in Indië geheel
ontbreekt.
De militair, die na een zeker aantal jaren met een klein
gagement de dienst verlaat, staat tegenover het volle leven
als een onbeholpen kind. Dit moet veranderd worden, m a w.
hij moet reeds tijdens zijn diensttijd geschikt worden gemaakt
voor de worsteling, welke hem wacht. Zijne vroegere ambachts
kennis moet dus onderhouden en verbeterd of nieuwe hem
gegeven worden. Dit is naar mijne meening zeer wel mogelijk,
zonder dat hierdoor afbreuk wordt gedaan aan zijne militaire
waarde; integendeel zal het meer bedrijvige leven, dat dan
in de plaats komt voor het doellooze leegloopen van tegen
woordig, eene betere geest in het leven roepen, en heel wat
onverschilligheid zal bij Jan-fuselier verdwijnen, wanneer hij
tijdens zijn diensttijd reeds een vast doel voor oogen heeft.
Waarschijnlijk zou deze opleiding het best kunnen geschieden
door de soldaten, die hunne bedoeling hebben kenbaar gemaakt
om zich na het verstrijken hunner dienst te vestigen in
Indië, gedurende de twee laatste jaren te plaatsen in een
garnizoen, waar de gewone oefeningen geleidelijk plaats
maken voor eene opleiding aan ambacht-of landbouw-cursus,
naar gelang van het beroep, dat ze zich gekozen hebben.
Men zou hiervoor bijvoorbeeld Soerabaya en Buitenzorg
kunnen kiezen; het eerste voor het volgen eener ambachts-
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
457'