Toch wordt nu die oefening als zeer goed voor dien schut
ter genoteerd. Dat komt, omdat de schijf niet deugt, evenmin
als de hierboven neergeschreven stelling: „het doel der oefe
ning is het brengen van treffers in de figuur."
M. i. moet ze luiden: het doel der oefening is het doelpunt
te raken of althans zoo dicht mogelijk er bij te treffen.
De Kap. Fabius heeft tot stelling: beoordeel nooit deioaarde
van een schot naar de vrij willekeurige figuur grenzen, maar naar
één bepaald punt: het doelpunt(zie mijn artikel I. M. T. No.
2 1910 blz. 188) en reken uit een tactisch oogpunt een
horizontale afwijking veel minder aan dan een vertikale.
Mij dunkt hier valt niets tegen in te brengen en toetsen we
nu nogmaals het resultaat van de hierboven aangenomen kop-
treffers aan dit axioma, dan zien we juist het omgekeerde;
immers, zijn serie wordt zeer goed gewaardeerd en is tactisch
en technisch slechter dan b.v. die van een anderen schutter,
die zijn seiie 3 dM. links van zijn mikpunt (alzoo een klei
ne horizontale fout) schoot en missen geboekt ziet.
Door het aanbrengen van mikdoelen (kop, borst of romp)
zooals o.a. ook op de Hollandsche ringkopschijf, went men
den schutter in het schieten op doelen, zooals het gevechts-
veld in den regel biedt. Alleen indien men ze wil laten be
wegen moet men zich noodgedrongen met figuurschijven
behelpen, doch dan wordt een groote schijf als achtergrond
geplaatst. Alle oefeningen van 35 en alle van 36 uitge
zonderd 8, 9, 10 en 11 kunnen met veel meer succes gehou
den worden op een groote schijf, waarvan het midden sa
men valt met den middenonderkant van het daarop aange
bracht mikdoel.
Gaan wij eerst eens na, waaraan een goede schijf moet
voldoen, dan schrijven we als tactische eischen
le. ze moet het meest voorkomende oorlogsdoel naboot
sen, dus laag en breed zijn (tirailleurlioie) en als mikdoel
geven een meer of minder duidelijk beeld van een liggen-
den schutter in het terrein.
2e. ze moeten een hoogtefout veel zwaarder aanrekenen
dan een breedtefout, dus: verdeeling in horizontale en
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
463
I. M. T. 1911. 31