vertikale strooken, die van uit het midden (mikdoel) pro
gressief zijn, en van de hoogte (vertikale fout) een hoog
schot weer zwaarder aanrekenen dan een laag schot,
omdat altijd als mikdoel de (zichtbare) midden onderkant
geldt, maar daar beneden nog trefvlak ligt en ook aange
slagen schoten nog treffers kunnen opleveren.
Als technische en opvoedkundige eischen voegen we er
nog bij:
3e. ze moet den ijver prikkelen m. a. w. door punten
beoordeeling den schutter zijnen vooruitgang toonen. Hoe
meer ringen of vakken „hoe beter!"
4e. ze moet zoo zijn ingericht, dat met ieder geweer,
dat aan de spreidingeisch voldoet 105 schietvoorschr.)
de gunstigste waardeering kan worden verkregen, dus de
middelste ring of het middenste vak, in verband met
den kortsten afstand 100 M., 2 X 10 bij 10 cM. dus 20
bij 20 of 400 cM2. oppervlakte minstens-,
5e. ze moet gelegenheid geven om in den regel alle
schoten op de kleine afstanden op te vangen en daarom
zoo groot mogelijk zijn.
Aan de hand van al deze eischen heb ik getracht een schijf
te ontwerpen. Van dit ontwerp wordt een beeld hier bijge
voegd: de „vurende linie schijf." Strook a is doelstrook, het
lager gelegen deel der schijf dient als voorgrond (sawah), het
hooger gelegen deel is achtergrond (sawah of lucht.)
Naarmate de schutters meer geoefend zijn, worden de kleuren
minder sprekend. Bij het treffen van een lijn telt het laagste
cijfer, zoo ook bij een snijpunt. Aan het personeel in de kuil
wordt een mal verstrekt van de afmeting van den rechthoek
1, Wanneer alle schoten eener serie onder die mal zijn te
brengen, wordt de halve som der trefcijfers slechts aangerekend.
Bij het aanwijzen wordt dit geseind door met de punt dei-
aanwijsstok eenige malen een kring ter plaatse te beschrijven.
De schijf is zoo breed, dat ze ook op banen met de Velt-
maninrichting te gebruiken is. Mocht door plaatselijke omstan
digheden een kleinen omvang noodzakelijk worden dan neme
464
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT