En dit zal het beste kunnen en het meeste vertrouwen verdienen, als de officieren zich ook voor de behartiging hun ner materiëele belangen aaneen sluiten. Yoor een centraal bestuur uit actieve officieren zijn de tallooze overplaatsingen wel een bezwaar, doch men neme dan voor de betrekkingen, die de meeste stabiliteit eischen, gepensioneerde officieren, om te beginnen die van Secretaris en die van Penningmeester. Zou er genoeg solidariteit onder de Officieren zijn voor zoo'n Vereeniging? Nog eens, men banne die ideeën van anti- militairisme, van een bond tegen het uitvoerende gezag, van eventuëele werkstaking enzeens eerst weg. 2) Alles verbindt zich om ons heen, ambtenaren, in Neder land zelfs politie-agenten, nu in Indië weer Regenten en zou dan een Bond van Officieren anders zijn dan een daad van zelfbehoud. Het blijkt uit tal van stukken, dat de Regeering niet goed .voorgelicht iswelnu vertrouwbare raad zal ook de taak zijn van het Bondsbestuur. Ons korte leven in Indischen dienst en het daarop volgend 476 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 2) Is dat mogelijk De geschiedenis leert, dat alleen dan naar »organisatie» gegrepen werd, wanneer men meende, dat lotsverbetering noodig was en andere middelen om die te bereiken faalden. Waar de autoriteiten op de wenschen van den enke ling geen acht sloegen, moest men veelal voor de macht en de bedreigingen van den bond zwichten. En wanneer nu de officieren zich aaneensluiten voor de behartiging hunner materieele belangen (d. w. z. lotsverbetering!), wat doen zij dan anders dan naar het beproefde wapen grijpen? Dient de bond hier dan niet om te be reiken hoe dan ook wat reeds menigmaal werd gevraagd zonder succes Is het te rijmen met eene goede discipline, dat het officierskorps zich veree- nigt tegen de hoogste macht in den staat Wanneer de oprichting van een officiersbond slaagt, ja, wanneer over de mogelijkheid van oprichting in ernst wordt beraadslaagd, bewijst dit, dat de geest in het officierskorps bedenkelijk slecht is; het is de proef op de som. Daarom gelooven we ook, dat het niet veel baat te redeneeren over het al of niet wenschelijke van de oprichting van een bond, en of hij vereenigbaar is met de ideën, die het officierskorps behooren te bezielen. Waar een bond als het product der omstandigheden is te beschouwen, zal hij ontstaan, zoodra de omstandigheden gunstig zijn. Hopen we, dat dit nimmer het geval zal zijn, doordat een vooruitziende regee ring een open oog heeft voor de zich voortdurend wijzigende belangen van het officierskorps. Men vergete niet de woorden, die von der Goltz in zijn beroemde werk aanhaalt,»Der Geist, der das Offizier-Korps beseelt, ist der Geist des Heeres". Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 496