waarbij ze later hunne diensten moeten verrichten. Onaange name wrijving zou daardoor voorkomen worden. Ik zou derhalve wenschen èn voor de cavalerie èn voor de artillerie depots (het woord eskadron en batterij late men beter iceg, daar die opleidings-afdeelingen al heel weinig op een eskadron of batterij gelijken) met eene zoodanige formatie, dat het aantal jonge paarden, die nog een jaar moeten wach ten, voor ze in dressuur mogen genomen worden, er in begre pen is. Deze formatie is zeer goed vast te stellen, als men uitgaat van het standpunt, dat de veld-eskadrons resp. bat terijen elk jaar met een zeker percentage, dat de statistiek zal uitwijzen, moeten worden aangevuld. Stel dat daarvoor bij de cavalerie benoodigd zijn 100 paarden 'sjaars, dan moe ten dus 100 paarden een klein percentage voor verlies ge durende de africhting in dressuur zijn. Hierbij moet worden gevoegd de aanvulling officiers-remonteering, zoodat ongeveer 140 paarden in dressuur moeten zijn. Wanneer het Depot der Cavalerie na den aankoop in Australië behalve die 140 paarden nog hetzelfde aantal vierjarige paarden heeft, dan zal de geregelde gang der dressuur verzekerd zijn. Hierbij is op de mogelijkheid gerekend om de veld-eskadrons opeen bepaald tijdstip van het jaar, d. i. in het begin van den natten moeson, hunne aanvulling aan jonge paarden te geven, wat, zooals van zelf spreekt, vrij wat gewenscbter zou zijn, dan aanvulling op ongeregelde tijdstippen, zooals die nu plaats heeft. Voor het noodige overgangstijdperk zouden de paarden kunnen dienen, die zich nu te Padalarang bevinden. Om nog eens de voordeelen te releveeren, die bet vereenigen van paarden in dressuur met de nog op krachten te brengen dieren onder één toezicht geeft, zou in herhalingen treden zijn; het grootste voordeel lijkt mij wel dit, dat de Comman dant van het Depot zijn dieren leert kennen van af het oogenblik, dat ze in Indië aangekomen zijn. Hij zal dus bij het beslissen of de jonge paarden in dressuur genomen kunnen worden, volkomen op de hoogte zijn van al hunne bijzonder- en eigenaardigheden en kan deze dan aan hun aanstaanden instructeur meedeelen. Vallen ze in dressuur, door slapte, nog tegen, dan worden ze, zonder lastige formaliteiten INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 483

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 503